"Dat was toen makkelijk zat, Alkmaar kwam niet hier en wij
kwamen niet in Alkmaar". Het kantoor van NHNK aan de
Kennemerstraatweg in Alkmaar. Collectie Hoogheemraad
schap Hollands Noorderkwartier.
die dag was vanzelf iedereen aan het werk. Dan was het
ook zo netjes als het maar zijn kon. Dan kwam het bestuur
wel, maar dat bleef bovenop de dijk staan en dan zag je ze
wel en zij zagen jou, maar ze kwamen niet naar je toe en
wij bleven gewoon aan het werk. Dat spreekt. Soms ston
den ze zo een minuut of vijf op de dijk en dan gingen ze
weer. Ja, zo ging het meestal. Maar ik weet ook wel van
eerder, van in het begin, zo in de jaren twintig.Toen onder
handelden we (de arbeidersbond) met de hoge heren in
het gemeenlandshuis van het oude Hondsbosch, dat stond
zo n beetje op de plek waar we nu zitten. Daar, in dat huis,
waren ze op kantoor ontboden en de mannen hadden
zich voor die gelegenheid knap aangekleed.Tenminste, ze
hadden het zondagse pak an, zal ik maar zeggen en een
of twee een hoed op. Ha, maar die presentatie viel niet
in de smaak bij de hoge heren, want de mannen werden
verwacht in hun daagse werkgoed. In het pak, flauwe
kul. Ze moesten gewoon in piloose kiel en manchesteren
broek komen. En op klompen. En een pet op. En afzet
ten. Een hoed, dat gaf helemaal geen pas, vanzelf. Hoe we
het bedenken konden. Nee, die presentatie viel toen niet
bij de heren in de smaak. Lang niet. Dat weet ik nog wel.
Maar, dat was wel in de begintijd (van NHNK) zo n beetje,
hoor".
Vriendjes en Snip kijken elkaar over de tafel aan. Ze
halen hun schouders op en brommen wat voor zich heen.
'Ja-ja' en 'nou-nou' klinkt het afwisselend links en rechts als
gesproken commentaar bij het ononderbroken referaat van
Jan Bellis.'Jaa, ik weet er niet veel van, je zag die lui dan ook
eigenlijk nooit en als ze er al waren, ja,dan kwamen ze van
zelf niet voor jou, zal ik maar zeggen. Ja, je zag ze wel ereis,
dat wel natuurlijk, maar ik weet er niet veel van. Je kende
die ingenieur amper en je sprak hem ook nooit.Jansma, die
sprak met hem, die kwam ook wel in Alkmaar. De ingeni
eur kwam gerust wel eens op het werk, daar weet ik wel
van. Maar met 'm spreken, nee, nooit. Hoe heette die ook
alweer Jacob? "Vriendjes kijkt een beetje glazig."De ingeni
eur", begint hij aarzelend,"de ingenieur, nee. Die zag je wel
eens een enkele keer op de dijk, ja, een enkele keer". Het
is wel duidelijk dat de werkmannen hoegenaamd geen her
innering hebben aan 'hoog bezoek'. Maar Jacob Vriendjes
laat zich niet zo makkelijk uit het veld slaan. Hij steekt z'n
vinger in de lucht en z'n ogen beginnen weer te glimmen.
"Hij kwam uit Friesland, die ingenieur. Die ingenieur was
een Fries, die had bij de Friese waterstaat 'zeten' (gewerkt).
Zeker weten. En hij heette Poppens. Poppens heette die
ingenieur. PoppensVriendjes overschreeuwt zich bijna
om zijn accurate inval. 'Verdomd valt Jan Snip hem bij,
"het was een Fries, nou je het zegt!" Het is zo klaar als een
klontje, dat de naam Jan niks zegt. Helemaal niks.
Het is vanzelfsprekend niet verwonderlijk dat
het collectieve geheugen van Bellis, Snip, Vriendjes en
De Waard bar weinig of in het geheel niet refereert aan
gebeurtenissen met het dagelijks of algemeen bestuur van
NHNK. Het bestuur zetelde a. in Alkmaar en onderhield
zich b. uitsluitend via de hiërarchische structuur met de
ambtelijke organisatie. Het bestuur onderhield contact
met ingenieur en secretaris en had op de buitenkant van
de zeewering niets te zoeken. Hetgeen niet wil zeggen
dat er vanuit Alkmaar geen oog was voor de arbeiders,
de ploeg dijkwerkers. Integendeel, moet je concluderen.
Onder andere gelet op de inhoud van de met de plaatse
lijke afdeling van de bouwarbeidersbond gesloten arbeids
contracten waarin de over zes dagen verdeelde 45-urige
werkweek met dagen van niet langer dan acht uren in
combinatie met relatief goede basisionen werd vastgelegd.
Dit alles moet wel gezien worden in het licht van de tijd.
Opkomende sociaal-democratie versus de gevestigde orde.
Het bestuur van NHNK had geen enkel belang bij arbeids
conflicten, zoals die eerder waren uitgevochten, en verze
kerde zich van continuïteit door werkvolk te contracteren
onder aantrekkelijke voorwaarden voor beide partijen. De
dijkwerkers werden jaarlijks op losse basis aangesteld voor
ten minste een periode van februari tot en met oktober
en steeds per ploeg van 40 man. De lonen werden steeds
per categorie van te voren afgesproken, waarbij het moge
lijk bleef om via een premiestelsel extra geld te verdienen
(stukloon). Het hoogheemraadschap bleef zodoende verze
kerd van optimale vorderingen door goede werkprestaties.
Het arbeiderscollectief verwerd op deze manier tot een
betrokken en niet aflatende stug doorwerkende machine
van vlees en bloed. Een 'mensmachine' waarop de zee
wering en het bestuur van NHNK kon bouwen. Adel ver
plicht, maar arbeid evenzo. Dit zakelijk slimme en tevens
sociale verbond legde noch NHNK, noch de dijkwerkers
windeieren. De jaarlijks verwerkte hoeveelheden materia
len en vierkante nieters gezette basaltzuilen aan de Honds-
bossche tussen 1922 en 1940 spreken daarvan boekdelen.
Een voorbeeld. Een absoluut topjaar is 1930, er werden
toen 14.630 m2 basaltzuilen gezet, waarbij dan nog 5.390
m2 voorlopig zetwerk moet worden opgeteld. In totaal
ruim 500 m2 zetwerk per week. Daar komt in dat zelfde
jaar 3.570 ton stortsteen en 3.380 stuks palen bij. Petje af!
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN
29