Arbeidsvoorwaarden en saamhorigheid "Ja, wat had je an. Je droeg meest een piloose kiel. En een manchesteren broek vanzelf. En klompen. Iedereen liep op klompen". Collectie Wil Janssen. "Nou, praat me daar niet van", merkt Vriendjes op en zijn gezicht staat bij voorbaat zuinig. "Als je met een ploegje aan het steen rijden was dan sleten ze wel twee keer zo hard, hoor. Dan kon je om de twee weken om een paar nieuwe klompen. Drie kwartjes een paar kostten ze. Drie kwartjes. De goeie dan van wilgenhout of populier. Bij het steen afrijden moest je bovendien geluk hebben dat er geen kap van je klompen knapte, want dan kon je gelijk om nieuwe. Kostte je weer drie kwartjes. Nee, repareren dat gaf niks. Echt niet, die kap knapte er toch meteen weer af en had je soms ook nog een gat in je sok van dat puntige bandje (klompen werden in zulke gevallen wel gerepareerd door de kap weer met een gepunte dun metalen strip aan de klomp te bevestigen). Daar had je niks aan. Helemaal niks.Je moest dan wel om een paar nieuwe". De financiële tegenslag van Vriendjes is na vele jaren nog voelbaar. Drie kwartjes lijkt hij onverstaanbaar binnensmonds te herhalen. "Een nieuw schopje kostte toentertijd ook al 50 centen!" voegt Jacob met luide stem toe om zijn misnoegen nog een keer kracht bij te zetten. Alles was hem toen overduidelijk te duur."Jaa", bromt Snip, die het hele gesprek vanwege zijn hardhorendheid niet helemaal heeft kunnen volgen, "dat kostte een knap schopje wel, hoor. Dat konden we gerust betalen ook".Vriendjes kijkt Snip aan of hij water ziet bran den en haalt z'n schouders op. "Weet je nog, dat Jansma eens van die iepenhou ten klompies had gekocht", mengt Wint de Waard zich in de klompendiscussie. "Een hele partij nog wel. Maar dat waren van die harde krengen. Die waren voor de glooiing veel te hard en daardoor te glad. L-e-e-e-vensgevaarlijkDe Waard haalt helemaal uit. "Die klompies waren gerust goed om op de weg te lopen, dat wel, maar op de glooiing, op de basalt- zuilen waren ze veel en veel te glad"."Maar dat was na de oorlog", vult Bellis hem aan."Toen was overal gebrek aan en kocht het Heemraad zelf die klompen en ook wel werkkle ding in. Dat konden de mensen dan weer bij het Heemraad kopen. Het was nog een beetje voordeliger ook op deze manier, maar we moesten het wel zelf betalen, vanzelf. Na de oorlog dan". Jacob Vriendjes heeft tot besluit toch ook nog wat. "Vergeet jullie fietsen niet", zegt hij,"want toen we eenmaal een fiets hadden, konden we veel makkelijker de hele dijk affietsen en waren veel sneller met de hele ploeg op de plek waar we moesten wezen. Heel naar Camp(erduin) of naar Zijpersluis, dat was met de fiets toch een fluitje van een cent, zeker". Jacob is de hoge prijzen van zoeven ver geten en blaakt weer van zelfvertrouwen."Zeker", bevestigt Bellis,"de fiets, daar hebben we veel aan gehad". En dat is een heel terechte conclusie. Ook Johan Schilstra (auteur van vele polderboeken) kent aan de intro ductie van de fiets een enorme uitbreiding toe van de werk- mogelijkheden van de arbeider. Je kon op het dorp blijven, maar door de grotere actieradius van de fiets ook in andere plaatsen uitzien naar werk. De dijkwerkers gebruikten de fiets vooral voor het woon/werkverkeer tussen het dorp en de zeewering. Bellis, Snip, Vriendjes en De Waard zijn het eens, roerend eens, als het gaat over het dienstverband dat de dijkwerkers vanaf het prille begin bij NHNK hadden. Ze praten druk en heftig door elkaar. Met luide stemmen ook. "Nee, ze wer den beslist niet op individuele basis aangenomen door het Heemraad". Nee, nee en nog eens nee, klinkt het - bijna - in koor. "Het was wel een los verband, maar het was juist zo, dat de hele ploeg in één keer werd aangenomen. De hele ploeg tegelijk. We werden dan aangenomen door Jansma, die nam ons met z'n veertigen als een ploeg aan. Altijd in het vroege voorjaar, meest begin februari of zoiets en dat liep dan door tot en met oktober. In de winterperiode viel je er een paar maanden uit. Behalve als het goed weer bleef, dan ging je nog wel door. Alleen een paar vasten, die ble ven. Jansma, Bellis (senior) en Timmerman. Ik dacht ook van de De Waardjes, steenzetters waren dat. Wij (de ploeg) niet, hoor. Beslist niet!" Volgens de officiële stukken ging het om een jaar lijkse overeenkomst tussen het bestuur van NHNK en de afdeling Petten van de Bouwarbeidersbond, geheel volgens het model zoals dat kort te voren nog had gefunctioneerd bij het oude Hoogheemraadschap van de Hondsbossche. In veel opzichten was 1921 een overgangsjaar en dat gold ook voor de overeenkomst. Deze ging al in 1922 als 'het collec tieve arbeidscontract met de werklieden aan de Hondsbos sche Zeewering' door het leven. Was de overeenkomst van 22 BLAUW BASALT STALEN SPIEREN

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2007 | | pagina 24