Woelige zee bij hoogwater rond de Prince George, de in 1921 op een hoofd van de zeewering gestrande Engelse slagkruiser.
Collectie Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Jan Snip schuift z'n stoel achteruit en doet de
actie met een krachtig armgebaar voor. "Zo! En hield zich
met beide handen aan het ijzer vast. Zo wachtte hij de golf
af nou, het water spoelde over hem heen. Hij liet de golf
zo over z'n hoofd krullen. Maar Pieter was zo sterk als een
beer, die hield vast. Gelukkig. Ieder ander was vast en zeker
verdronken, hoor. Maar Pieter niet, die hield gelukkig vast!"
De knokkels van de grote werkhanden van Jan Snip zijn
wit, zo hard heeft hij in het denkbeeldige zetijzer geknepen
en zijn gezicht staat strak. Voorzichtig leunt hij wat achter
over in z'n stoel en kijkt met gefronste wenkbrauwen naar
Vriendjes: "Jij was er toch ook bij Jacob?"
Jacob laat zich geen tweede keer uitnodigen.
"Welja, ik was er ook bij, jazeker, ik zie het zo nog gebeuren.
De zee kwam de kant langs, zeg maar, die kwam langs en
over de glooiing aanzetten en zo (Jacob maakt een grote
zwaai met z'n rechterarm) trok die golf weer naar buiten.
Weer naar zee. Het water kwam ineens opzetten. Met een
grote golf over de glooiing kwam de zee aanstormen en
stroomde weer 'kuivende' terug. Die terugstromende golf
krullend water trok nog veel harder dan de opkomende.
Ach, heden. De mensen zijn er allemaal goed af gekomen.
En weten jullie waar we waren?" Het is een retorische
vraag, want Jacob vertelt zonder wachten verder. "We waren
helemaal voorbij de dam met 'het schip'.Voorbij het hoofd
met het wrak van het in 1921 gestrande Britse slagschip
Prince George Dichtbij Camp(erduin) Jan Snip kijkt op
en reageert licht gedesoriënteerd maar niet bevestigend: "O,
waren we daar bezig toen het (ge)beurde?"
Jan Bellis mengt zich in het gesprek, maar veront
schuldigt zich vooraf, want destijds is hij er als kleine jon
gen niet zelfbij geweest. Acht jaar was hij toen, misschien
negen. Maar hij kent het verhaal uit de eerste hand.Van zijn
vader, die toen dijkbaas was. "Het was zo, er was die zater
dagmiddag een zware onweersbui. Het werkvolk had voor
het slechte weer geschuild. Onder een zeil achter een hoop
stenen of een stapel rijs(hout) of ergens achter dijk in een
schaftkeetje.Toen de bui na een half uur was weggetrok
ken, gingen de dijkwerkers weer naar hun werkplek op
de hoofden terug. Er was die dag een goed werkbaar laag
water en er werd op meerdere hoofden tegelijk gewerkt. Er
was wel 60 man aan de dijk. Eenmaal weer terug was het
water al 'gewassen' (opgekomen als bij vloed), maar volgens
het (ge)tij klopte dat helemaal niet. Iedereen was verbaasd
en daardoor waarschijnlijk onbewust op zijn hoede".
"Jaainterrumpeert de zware stem van Snip. "Dat
is waar. We zeiden tegen elkaar. Kijk eens naar het water.
Verdomme, dat wast al!" Bellis wacht een ogenblik en gaat
onverstoorbaar verder. "Plotseling zagen ze die golf aanko
men en iedereen maakte zich uit de voeten. Verscheidenen
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN
15