Leihoek: internationale haven achter dijk
Op de noordoostelijke oever van het Noordhollands
Kanaal op exact 53,0 kilometer vanaf het beginpunt
(Amsterdam) ligt de 'los- en laadplaats met los- en laad-
inrichting van het Hoogheemraadschap Noordhollands-
Noorderkwartier', aldus de Wegwijzer voor de Binnen
scheepvaart uit 1934. Dit is dan de loswal aan de Zijper-
sluis waar onder andere de grote aken met basaltzuilen
uit Duitsland arriveren. Die werden daar gelost waarna
de basalt met kleinere schepen naar de verschillende
dijken van NHNK werd vervoerd waaronder de Honds-
bossche Zeewering. Op kilometerpunt 53,1 begint, maar
nu aan de westelijke oever van het kanaal, de 'Hondsbos-
sche-Vaart (186) naar PETTEN, voor schepen tot 80 ton;
over de invaart vaste brug, wijd 6,55 m, hoog 3,63 m
boven S.P.' Die afkorting staat voor Schermerboezem Peil
en dat is volgens de Wegwijzer '0,58 m - N.A.P.'
De vaart eindigt op een strategische plek
direct achter de dijk aan de Leihoek in een wat breder
uitlopend water met kaden en loswallen met vaste kra
nen. Er zijn keten en er ligt smalspoor voor het trans
port naar de dijk. De Leihoek is in feite dé haven van
de Hondsbossche Zeewering. Over het water had eerst
het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en later
NHNK rechtstreeks verbinding met nationaal belang
rijke aanvoerhavens als Amsterdam en Zaandam en de
Duitse basaltgroeven. Zo bezien waren de loswallen
en opslagplaatsen aan het Noordhollands Kanaal en de
Leihoek feitelijk kleine, internationale havens die lange
tijd onmisbaar waren voor adequaat dijkonderhoud en
de veiligheid van het achterland. De Leihoek is nu een
vergeten plek in de slagschaduw van de deltahoge dijk,
waar de wind regeert, een hobbypaard hinnikt en wiel
renners als felgekleurde flitsen met een vaartje van 30
kilometer en meer passeren. Schepen worden er niet
meer gesignaleerd, laat staan gelost.
De haven van de Hondsbossche aan de Leihoek. Collectie Zijper Museum, Schagerbrug (NH).
BLAUW BASALT STALEN SPIEREN
9