Inleiding
Volgens zijn dochter Johanna Elizabeth sprak haar vader,
jonkheer meester Pieter van Foreest, in de Tweede Kamer alleen
over dingen waar hij verstand van had: landbouw en waterstaat.
Zij herinnerde zich 70 jaar later ook nog de vaak kostelijke
stukken in de krant over zijn optreden in het parlement. De ene
keer werd hij de hooghartige aristocraat genoemd, de andere
keer de rode jonker. Heel erg vond haar moeder (Pieters tweede
echtgenote) dat er een keer in de krant stond: "De heer van
Foreest ligt in zijn [kamer-]bank als een duin aan onze kust en
wordt alleen wakker als het over landbouw of waterschappen
gaat".1
In deze uitgave gaat het juist over die waterstaat. Pieter van
Foreest speelde namelijk een grote rol in de waterschapswereld
van Noord-Holland boven het IJ rond 1900. Zo was hij
onder meer dijkgraaf van én Uitwaterende Sluizen én van de
Hondsbossche en dat deels tegelijkertijd. Wat was zijn rol in
die waterschapswereld precies? Is hij nieuwe wegen ingeslagen,
heeft hij nieuwe impulsen gegeven aan de eeuwenoude
waterschappen of vertegenwoordigde hij juist de behoudende
krachten, zowel politiek-bestuurlijk als waterbouwkundig?
Hoe stond hij bijvoorbeeld tegenover de eerste grote
waterschapsconcentratie na de watersnood van 1916, wat vond
hij van de oprichting van het nieuwe Hoogheemraadschap
Noordhollands Noorderkwartier in 1919 in combinatie met de
opheffing van een hele serie oude waterschappen waaronder
dat van de Hondsbossche? En hoe 'rood' was hij nu eigenlijk?
Liep hij voorop als het ging om een modern en sociaal
personeelsbeleid met een goede oudedagvoorziening voor het
waterschapspersoneel?
In deze uitgave gaan we op zoek naar de antwoorden
op deze vragen en dat doen we niet alleen om het leven van
Pieter van Foreest te schetsen. Als 'dubbele dijkgraaf' van de
twee grootste waterschappen van onze regio nam hij ettelijke
decennia een sleutelpositie in. Pieter van Foreest vormt daarom
een uitstekende ingang om de complete Noord-Hollandse
waterschapswereld van het 'fin de siècle' beter te leren kennen.
Maar eerst schetsen we de achtergrond van het geslacht Van
Foreest, Pieters persoonlijk leven en zijn eerste maatschappelijke
stappen als burgemeester van Wieringerwaard. Ook zijn rol in de
landbouwsector en de nationale politiek komen aan bod. Lag zijn
kracht misschien niet vooral in de landbouwsector, waarin hij,
zeker in het Noord-Hollandse, een duidelijk rol speelde bij de
rundveeverbetering, de vee-export en het landbouwkrediet? Ook
vergelijken we Pieter even met zijn vader Cornells van Foreest,
die als politicus en dijkgraaf van de Hondsbossche zeker een
voorbeeld voor hem was. Daarna gaan we dieper in op zijn werk
voor Uitwaterende Sluizen (1875-1918) en de Hondsbossche en
Duinen tot Petten (1883-1921), waaraan hij zijn ziel en zaligheid
verpand lijkt te hebben.
i
Pieter van Foreest (tweede van rechts) was een pionier op het gebied van de toepassing van gewapend beton in de constructie van zeeweringen.
Regionaal Archief Alkmaar, familiearchief Van Foreest.