toch twee keer van zich horen. Hij wees er nogmaals op dat de
Hondsbossche Zeewering de stormvloed van 1916 goed had
doorstaan en het einde van het hoogheemraadschap uitsluitend
en alleen het resultaat was van financiële overwegingen - de
rente en aflossing van de watersnoodleningen ad 20 miljoen
gulden - "niet om ons werk worden wij opgeheven"Hij
roemde verder het werk van de zieke secretaris Teengs en de
opzichters Mann en Van Balen Blanken. Toen iedereen was
uitgesproken, overhandigde Van Reenen de voorzittershamer
weer aan dijkgraaf Van Foreest zodat hij de laatste vergadering
kon beëindigen:
"Hieraan voldoende, verheft de heer van Foreest zich van zijn
zetel en zegt met van aandoening getuigende stem, dat het thans
een plechtig oogenblik is, de sluiting van de laatste Algemene
Vergadering van den Hondsbossche en Duinen tot Petten. Hij
hoopt de heeren nog menigmaal terug te zien. En dan valt de
hamerslag, die deze laatste algemene vergadering sluit".149
75