waadpakken gewerkt moest worden, kreeg men 50 cent per
getij extra. In de winter ontvingen de arbeiders een paar gulden
minder in de week. De CAO legde ook de achturige werkdag
vast. Het hoogheemraadschap verplichtte zich gedurende het
seizoen tot begin oktober 60 arbeiders in dienst te houden.
Daarna kon dit aantal tot minimaal 20 man worden gereduceerd,
die wekelijks door een andere ploeg van de CBBV afdeling
Petten kon worden vervangen. De arbeiders verkregen tenslotte
recht op één vakantiedag per drie maanden, die ze in de zomer
ook tegelijk mochten opnemen. Voor 1921 werd een soortgelijke
CAO afgesloten.131
Centraal dijkbeheer
Opheffing van de Hondsbossche
De conflicten met de arbeiders werden in de herfst van 1918
overschaduwd door de plannen van de provincie om het beheer
van de zeedijken in een enkele hand te concentreren. Opheffing
van het oude Hoogheemraadschap van de Hondsbossche maakte
deel uit van dat voornemen. De concentratie was een uitvloeisel
van de watersnood van januari 1916. Die leidde tot kritiek in
de pers op de verantwoordelijke waterschappen. Ze werden
neergezet als verouderde en ondeskundige instellingen. Voor
GS was het duidelijk dat er stevig in de oude waterschapswereld
ingegrepen moest worden. Na een uitgebreide interne discussie
besloten zij het complete beheer van de Zuiderzeezeedijken en
de belangrijkste tweede waterkeringen in Noord-Holland boven
het Noordzeekanaal - voor zover niet opgedragen aan Rijk en
provincie - in handen te leggen van een groot nieuw waterschap,
het Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier
(NHNK). Dat werd meteen belast met de omslag en aflossing
van de grote leningen afgesloten voor het herstel van de
watersnoodschade132
Het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche bleef bij
dit alles niet buiten schot. NHNK moest ook het beheer van de
Hondsbossche Zeewering overnemen. Dat betekende opheffing
van het oude Hoogheemraadschap van de Hondsbossche,
samen met acht andere waterschappen die hun complete taak
aan NHNK verloren. Begin augustus 1918 traden GS met hun
plannen naar buiten. Alle waterschappen kregen het ontwerp-
reglement van bestuur voor NHNK toegestuurd voorzien van een
'Nota van toelichting'. In de enveloppe gericht aan het DB van
de Hondsbossche zat ook nog het ontwerp-besluit tot opheffing
van het hoogheemraadschap.133
De redenen van GS om de Hondsbossche bij deze hele
reorganisatie te betrekken, werden in de 'Nota van toelichting'
uiteengezet. Allereerst was daar de totaal verouderde verdeling
van de lasten die nog gebaseerd was op de waterstaatkundige
toestand van drie eeuwen eerder. Toen waren de grote meren
als de Beemster en Schermer nog niet droog en die betaalden
dus niet mee terwijl ze wel belang bij de Hondsbossche
Zeewering hadden. Bovendien waren GS van mening dat
er op korte termijn grote en kostbare reconstructiewerken
aan de zeewering te verwachten vielen. De omslag moest
70
Trouwe krachten voor het gemeenlandshuis, circa 1922. Van links naar rechts: Piet de Waard, Teun de Waard, J.C. Bellis, H.G.T. Mann, Jan Schotvanger,
Arie Burger en Klaas Bellis. Zijper Museum, Schagerbrug.