gevolgen van een staking: "Er is nog veel werk te doen en
het volk weet dat we hen niet kunnen missen"Van Foreest
vreesde ook nog sabotage. Er restte eigenlijk maar één uitweg
voor het DB: stoppen met de uitvoering in eigen beheer en
snelle aanbesteding. De hoogheemraden Peeck en Van Reenen
opperden het werk door ploegen arbeiders aan te laten nemen.
Mann zag er geen bezwaar in. Hij kreeg opdracht snel een
bestedingsplan te maken op basis van een uurloon van 20 a 25
cent.104
Inderdaad ging het hoogheemraadschap tot aanbesteding aan
ploegen arbeiders over. De voorwaarden werden in een contract
vastgelegd. De arbeiders werkten op stukloon met een garantie
voor een minimum weekloon tijdens de wintermaanden van 12
tot 14 gulden. Er werd daarna hard gewerkt, soms zelfs met 155
man. Een overschrijding van de begroting nam men voor lief.
In de DB-vergadering van 25 september 1915 meldde Pieter
van Foreest: "Vorige week is er best gewerkt - tot aanmoediging
kende de heer Mann een gulden boven het gewone weekloon
toe"105
Ondertussen bleef Vereeniging van Strandwerkers de ene
brief na de andere sturen met looneisen. In het najaar liepen de
spanningen weer hoog op. Het zomerseizoen was voorbij en
het werk liep af. De arbeiders wilden dat iedereen aan de slag
werd gehouden totdat het complete beschikbare budget van het
hoogheemraadschap was uitgegeven en daarna collectief ontslag.
Ze verklaarden dan wel genoegen te nemen met stukloon en dus
af te zien van het gegarandeerde minimumloon, dat ook betaald
moest worden als er geen werk was. Dit alles was in strijd met
het gesloten contract waarin was bepaald dat er bij onvoldoende
werk voor de hele ploeg in oktober 15 man uit zouden gaan.
Collectief ontslag was hoe dan ook onmogelijk omdat er
arbeiders nodig bleven om na stormen snel herstellingen uit te
voeren. Hoogheemraad Donker stelde in de DB-vergadering van
18 november 1915 voor om alle arbeiders veertien dagen te laten
werken en dan een week rust te geven. Mann verklaarde zich
fel tegen dit compromisvoorstel. Hij vreesde iedere greep op
de gang van zaken kwijt te raken. Als schrikbeeld haalde hij de
de situatie aan de Westkappelse Zeewering in Zeeland aan waar
volgens hem de directie helemaal niets meer had in te brengen.106
Hoogheemraad Van Reenen opperde om desnoods het stukloon
te verhogen - als er niet gewerkt werd, was men dan ook geen
geld kwijt. Mann voelde daar wel voor. Het DB stelde ten slotte
aan de hoofdingelanden voor verder te gaan met de hele ploeg
totdat het budget op was en daarna om de beurt ongeveer 15
man te laten werken. Om dit te betalen, wilde het DB het voor
stormschade gereserveerde bedrag aanspreken.107
Staking en watersnoodramp
Op 3 januari 1916 schreef hoofdopzichter Mann aan dijkgraaf
Van Foreest dat de arbeiders die ochtend in staking waren gegaan
op vier man in vaste dienst na. Het bestuur van de Vereeniging
van Strandwerkers wilde namens de arbeiders zelf met Mann
onderhandelen over de onderhandse aanbesteding aan ploegen
arbeiders. Mann zag daar helemaal niets in: "U zult begrijpen
dat ik mij tegenover een dergelijke manier van optreden vierkant
64
Tijdens de storm van 13 op 14 januari 1916 had de Waterlandse Zeedijk het zwaar te verduren en brak bij Katwoude en Uitdam. Een grote overstroming was het
gevolg. Ook de dijk van de Anna Paulownapolder begaf het in deze nacht. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Edam.