In het socialistische blad De Vonk, onafhankelijk arbeidersweekblad voor Helder en omstreken waren toen al de nodige artikelen over de toestanden aan de Hondsbossche en Pettemer Zeewering verschenen.92 In een bericht van 14 maart 1908 wordt vermeld dat de arbeiders enkele dagen eerder op de zeewering waren komen kijken of het water al laag genoeg was om op de hoofden te werken. Volgens De Vonk had Van Balen Blanken toen gezegd "dat ze eerst kwamen bedelen om werk en om te werken te lui waren!"De Vonk begreep ook niet waarom de 20 arbeiders in vaste dienst nog op stukloon stonden. Duizenden hectaren land werden door de dijk beschermd, maar degenen die hem onderhielden leden honger. De ontslagronde aan het einde van de zomer in augustus 1908 was aanleiding tot nieuwe agitatie in De Vonk. De arbeiders werden opgeroepen mee te strijden .aan de verwezenlijking van het socialisme wat werk en brood, recht en vrijheid wil brengen voor alle menschen" P De dijkwerkers moesten zich organiseren. Alleen op die manier konden ze zich effectief verweren, aldus De Vonk. Dat hadden de Pettemer arbeiders toen al gedaan, want in juli 1908 blijkt er een werkliedenvereniging te bestaan.94 Maar een echte vuist wist die niet te maken en hij ging al spoedig weer ter ziele. In oktober 1909 schonk De Vonk nog eens aandacht aan de Pettemer en de Hondsbossche Zeewering: "Er heerst dwang en tirannie op een gruwelijke wijze, vooral aan de Hondsbossche, de heer MAN, nog redelijk. De dagelijks opzichter A.D. van BALEN BLANKEN snouwt dag in dag uit"95 Al deze socialistische activiteit werd in 1912 voor het eerst echt in het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche merkbaar. In 1911 was de toon van de arbeiders nog beleefd en onderdanig, maar daarmee was het nu gedaan. Op 11 maart 1912 gingen de arbeiders aan de Hondsbossche Zeewering in navolging van hun collega's aan de Pettemer in staking. Ze eisten meer loon. Het DB van het hoogheemraadschap reageerde direct. De schuiten met basalt waren gearriveerd en die moesten gelost worden. De stakers hadden dus een perfect moment gekozen. Van Foreest garandeerde de arbeiders aan het nieuwe betonnen hoofd te Camperduin snel een minimum weekloon van 13 gulden. De staking bleef op die manier tot één dag beperkt. De looneis was ook niet onredelijk, want Rijkswaterstaat betaalde hetzelfde. De Vonk buitte deze overwinning natuurlijk uit: "Zie je wel, arbeider, dat er sinds het oprichten van de S.D.A.P. al aardig leven komt te Petten?"96 Op 21 maart 1914 verscheen in De Vonk een nieuwe oproep om in Petten een vakvereniging op te richten. Die moest zich meteen aansluiten bij de Centrale Bond voor Bouwvakarbeiders (CBBV), want de ervaring leerde dat een dergelijke vereniging anders niet sterk genoeg stond. Inderdaad werd twee dagen later in het dorp een nieuwe vakvereniging gesticht in de vorm van de Vereeniging van Strandwerkers, die zich direct bij de CBBV aansloot. Tijdens de oprichtingsvergadering meldden zich 50 personen als lid aan en er ging nog dezelfde dag een brief naar Mann waarin op verhoging van de lonen werd aangedrongen. Die waren onvoldoende en ook lager dan elders werd betaald. Een steenzetter moest gedurende het zomerseizoen 16 gulden per week krijgen en 's winters 14 gulden en een sjouwerman respectievelijk 14 en 12,50 gulden. Bovendien wensten de arbeiders een vrije zaterdagmiddag. Op verzoek van Pieter van Foreest trad Mann in overleg met de Vereeniging. De arbeiders bleven bij hun eisen. Ze hadden weer het beste moment uitgekozen. Er was veel werk, de steenschuiten waren onderweg en men kon niemand missen. De in de vergadering van het DB om advies gevraagde Mann wilde alleen toegeven 61 De Voorbuurt in Petten gezien vanaf de Pettemer Zeewering, 1912. Links ligt wasgoed op een bleekveld. Familie Bos.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2006 | | pagina 62