Financiën Omslag en leningen Er ging binnen het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche veel meer geld om dan bij US. Het beheer van de zeewering was nu eenmaal enorm kostbaar. Pieter van Foreest trad aan in het bestuur toen de Hondsbossche er financieel gesproken redelijk voorstond. De rekening vertoonde jaar in, jaar uit een overschot (zie tabel 2). Bovendien vroeg de nieuwe, door zijn vader ontworpen, zeewering met basaltglooiing veel minder onderhoud. Dat maakte een aanzienlijke reductie van de uitgaven mogelijk (zie tabel 3). Wel zat het hoogheemraadschap aanvankelijk nog met een grote schuldenlast. Het ging om leningen aangegaan om de reconstructie van de zeewering volgens het plan van Cornells van Foreest te financieren. Er werd echter gestaag aan de aflossing van die leningen gewerkt en bovendien wist men een grote lening van 460.000 gulden aangegaan in 1874/'75 tegen vijf procent in 1883 om te zetten in een nieuwe lening tegen 4,5 procent. Het restant ad 320.000 gulden werd in 1887 nogmaals geconverteerd, nu tegen vier procent.9 Een vrijwel ieder jaar terugkerende moeilijkheid was gebrek aan liquide middelen. De uitgaven gingen door, maar slechts één keer per jaar kwam de omslag binnen. Het bestuur loste dit op door kortlopende kasgeldleningen af te sluiten. Voor dergelijke leningen werd vaak een beroep gedaan op het Noordhollandsch Landbouwcrediet, waarbij Pieter van Foreest zo nauw was betrokken. Als er door stormen onverwacht veel schade aan de zeewering was waarvan de reparatie geen uitstel kon lijden, moest er soms ook snel het nodige worden geleend. Tabel 2: De gemiddelde jaarlijkse inkomsten van het hoogheemraadschap van de Hondsbossche (afgerond op honderden guldens) uit vijfjaarlijkse perioden, 1880-1921. Periode 1 2 3 4 5 1880-84 19.000 112.700 7.900 108.600 248.200 1885-89 17.300 109.500 3.700 71.500 202.000 1890-94 21.600 95.800 4.000 45.900 167.300 1895-99 18.200 91.800 3.800 7.600 121.400 1900-04 16.300 91.800 4.200 13.800 126.100 1905-09 4.900 102.900 4.500 47.300 159.600 1910-14 18.300 99.500 5.800 28.500 152.100 1915-21 9.700 155.400 6.600 87.300 259.000 1 saldo vorige rekening. 4 (kasgeld)leningen en buitengewone 2 omslagen. ontvangsten uit bijvoorbeeld de 3 recognities, erfpachten, huren, dividenden verkoop van bouw- en sloopmateriaal. en andere inkomsten uit bezittingen. 5 totaal. Tabel 3: De gemiddelde jaarlijkse uitgaven van het hoogheemraadschap van de Hondsbossche (afgerond op honderden guldens) uit vijfjaarlijkse perioden, 1880-1921. Periode 1 2 3 4 5 6 7 8 1880-84 0 4.600 1.700 700 32.400 165.100 22.600 227.100 1885-89 0 4.600 1.800 700 26.100 132.600 11.800 177.600 1890-94 0 4.700 1.800 700 15.100 111.700 4.900 138.900 1895-99 0 4.700 2.000 800 14.800 64.000 9.800 96.100 1900-04 0 4.800 2.400 700 24.200 58.100 15.000 105.200 1905-09 0 4.800 2.900 700 42.600 57.600 37.000 145.600 1910-14 0 5.200 3.200 800 52.300 44.900 21.000 127.400 1915-21 1.000 5.700 7.400 1.100 120.300 43.000 68.700 241.400 1 nadelig saldo vorige rekening. 2 wedden bestuursleden en lonen. 3 huishoudelijke en administratiekosten. 4 belastingen en recognities. 5 aanleg en onderhoud van werken. 6 rente en aflossing. 7 aflossing van kortlopende (kasgeld)leningen en onvoorziene uitgaven aan inkoop van materialen en gereedschappen, extra reis- en verblijfkosten, gratificaties et cetera. 8 totaal. 47 Bron: RAA, AHH inv.nrs. 451-452. Bron: RAA, AHH inv.nrs. 451-452.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2006 | | pagina 48