in de jaren 1872-1877 uitgevoerd. De nieuwe Hondsbossche
Zeewering bleek een succes. De dijk doorstond de zwaarste
stormen zonder noemenswaardige schade.
Nieuw reglement met een omslagregeling uit 1539
Cornells van Foreest maakte ook vaart met een andere slepende
kwestie, de herziening van het bestuur. Dat was - als bij US - nog
steeds op middeleeuwse leest geschoeid. Hetzelfde gold voor
de regeling van de omslag van de lasten. De verdeelsleutel van
de kosten van de Hondsbossche over Noord-Holland was sinds
1539 niet meer gewijzigd. De provincie stelde voor de lasten
gewoon naar rato van de oppervlakte van de schuldplichtige
polders en dorpen om te slaan. Dat betekende echter een flinke
verandering in de lastenspreiding. Cornells van Foreest zag
daarom het liefste de oude verdeelsleutel gehandhaafd.
Door dit verschil van mening gingen er jaren overheen
voordat het nieuwe reglement van bestuur eindelijk in februari
1873 door Koning Willem III kon worden bekrachtigd. De oude
regeling van de omslag bleef in stand; het reglement bepaalde op
de grondslag van 1539 tot drie cijfers achter de komma hoeveel
procent ieder ambacht, polder of dorp moest betalen. Daarbinnen
werden de lasten dan bunder-bundergewijs ofwel naar rato van
de werkelijke oppervlakte van het grondbezit omgeslagen.
Bleef bij de omslag veel bij het oude, de bestuursinrichting
werd daarentegen wel totaal gemoderniseerd. De ingelanden kre
gen het voor het zeggen; de rol van de steden - Haarlem, Amster
dam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, die vanouds
een zetel in het bestuur hadden - was uitgespeeld. Voortaan stond
het hoogheemraadschap onder leiding van 16 hoofdingelanden,
een dijkgraaf en acht hoogheemraden. De zes kavels waarin
het omslagplichtig gebied was verdeeld mochten ieder een
aantal hoofdingelanden kiezen; het Duinkavel vier. Waterland
(Zaanstreek, Schermereiland en Zeevang) en Drechterland ieder
drie en de drie overige West-Friese ambachten - Vier Noorder
Koggen, Geestmerambacht en de Schager en Niedorper Kog
gen - ieder twee. Van de acht heemraden moesten er twee uit het
Duinkavel komen, twee uit het kavel Waterland en een voor elk
van de vier West-Friese ambachten. De administratief-financiële
ondersteuning was in handen van een secretaris-penningmeester.
Dat was vele jaren A.P. Burger. Na zijn dood op 25 maart 1896
werd W. Teengs uit de Wieringerwaard als opvolger benoemd.
In het voetspoor van vader
In april 1880 duikt de naam van Pieter van Foreest voor het
eerst op in de archieven van de Hondsbossche. Secretaris
penningmeester A.P. Burger moest statutair aftreden en
er werden drie kandidaten aan de Algemene Vergadering
voorgedragen:
William Teengs3
William Teengs, zoon van houthandelaar Nicolaas Theodorus
Teengs en Regina Pont, werd geboren op 28 maart 1850 te
Edam. Na enige omzwervingen vestigde hij zich in 1869 in de
Wieringerwaard. In 1872 huwde hij daar met Dieuwertje Kaan
(geboren 16 april 1853), dochter van de toen al overleden
landbouwer Klaas Kaan en Alida Haverkorn. Getuigen waren
Dirk Frans Pont, grondeigenaar in de Purmer, en drie broers
van de bruid, stuk voor stuk landbouwers. William stond toen
ook te boek als landbouwer. Het huwelijk werd voltrokken
door burgemeester Pieter van Foreest.
Het nieuwe echtpaar vertrok onmiddellijk naar de
boerderij 'De Volharding' te Anna Paulowna, die Dieuwertje
van haar vader had geërfd. In maart 1880 ging het echtpaar
terug naar Wieringerwaard, naar haar ouderlijke huis
'Ruimzicht', met inmiddels twee kinderen. Teengs werd in
1883 gemeentesecretaris van Wieringerwaard. Hij was in de
periode van 1871 tot 1896 ook secretaris van enige regionale
landbouworganisaties.
In 1896 solliciteerde Teengs naar de functie van secretaris
penningmeester van het Hoogheemraadschap van de
Hondsbossche. In het DB werd zijn mogelijke aanstelling
besproken en vroeg men de pas benoemde dijkgraaf Pieter
van Foreest of hij problemen zag in de familierelatie. Hoe
de familieband precies zat viel niet te achterhalen, maar
kennelijk was de verwantschap zo ver weg dat die geen
beletsel vormde. Teengs kreeg de aanstelling, nam ontslag als
gemeentesecretaris van Wieringerwaard en verhuisde naar
Alkmaar, zoals door het hoogheemraadschap werd verlangd.
Met vrouw en dochter woonde hij eerst aan de Laat en
vervolgens aan de Kennemerstraatweg.
1A.P. Burger
2. jhr.mr. P. van Foreest
3. P.L. Wentholt
Zoals te verwachten viel, werd A.P. Burger met algemene
stemmen herbenoemd. Pieter van Foreest moest nog even geduld
hebben.4
Drie jaar later, in maart 1883 kozen de ingelanden van
het eerste district van het Duinkavel Pieter van Foreest tot
hoofdingeland in plaats van wijlen mr. J.J.H. van Reenen,
burgemeester van Bergen en dijkgraaf van diverse polders
aldaar.5 In de Algemene Vergadering van 24 april 1883 werden
zijn geloofsbrieven onderzocht, die in orde werden bevonden.
In de najaarsvergadering van 1883 was Van Foreest afwezig en
dus werd hij pas in de vergadering van 13 februari 1884 door
dijkgraaf mr. D.F. van Leeuwen - zijn achterachterneef en de
opvolger van zijn vader - als nieuwe hoofdingeland verwelkomd.
Het ambt van hoofdingeland van de Hondsbossche hield niet
veel meer in dan twee keer per jaar vergaderen: omstreeks
maart in het gemeenelandshuis in de Hazepolder vlakbij Petten
en omstreeks november te Alkmaar, aanvankelijk in hotel De
45
De boerderij Ruimzicht van William Teengs in de Wieringerwaard, circa
1900. Collectie mevrouw A.M. Schenk-Eriks