1 Aelbert Ian'V Dyckgraefvant hohtsbos endewtwate/
i£09(.k3>i9ZiaMVlZ
'Dubbele' dijkgraven
Jhr.mr. Pieter van Foreest was in de jaren 1900-1917 én dijkgraaf van Uitwaterende Sluizen én dijkgraaf van de Hondsbossche.
Aardig is dat de eerste dijkgraaf van US (1565-1573) ook dijkgraaf van de Hondsbossche was (1565-1577): jhr. Sebastiaan
Craenhals van Hottinga, schout van Haarlem (waar hij woonde), schout en baljuw van Bergen en baljuw van Kennemerland. Hij
werd op 31 juli 1577 door muitende soldaten vermoord in de boomgaard van zijn buiten Cranenburg te Bergen. Aanvankelijk
kwam zo'n dubbel dijkgraafschap geregeld voor: van de eerste acht dijkgraven van US waren er zeven op enig moment ook
dijkgraaf van de Hondsbossche.9
dijkgraaf
US
Hondsbossche
1
jhr. Sebastiaan Craenhals (van Hottinga)
1565-1573
1565-1577
2
jhr. Floris van Jutphaes
1573-1590
1577-1583
3
Aelbert Jansz. (Robbesteijn) van Swaegh
1590-1605
1583-?
4
Elias Capelman
1605-1610
1605-1610
5
Vincent Capelman
1610-1640
6
mr. Cornells van Sonnevelt
1640-1657
1627-1654
7
jhr. Johan van Egmond van de Nijenburg
1657-1662
1654-1696
8
jhr. Gerard van Egmond van de Nijenburg
1682-1712
1696-1712
Na Gerard van Egmond van de Nijenburg was het afgelopen met de combinatie van het dijkgraafschap van US en de
Hondsbossche tot het aantreden van Pieter van Foreest. Met hem werd in zekere zin een oude traditie uit de 16e en 17e eeuw
hersteld.
Het dubbele dijkgraafschap van Pieter van Foreest leidde af en toe wel tot vreemdsoortige situaties. In de Algemene
Vergadering van de Hondsbossche van 25 november 1904 stelde dijkgraaf Van Foreest bijvoorbeeld een brief van US aan
de orde, die mede-ondertekend was door hemzelf als dijkgraaf van US. In die brief werd de Hondsbossche aangemaand de
Koedijkervaart te laten baggeren. Deze vaart was voorheen onderdeel van de aanvoerroute voor materialen voor de zeewering
geweest; door de aanleg van het Noordhollands Kanaal (1819-1824) was een gedeelte van de Koedijkervaart afgesneden en
"dientengevolge in het vergeetboekje geraakt, de toestand is ergerlijk - over de hele breedte riet"aldus dijkgraaf Pieter van
Foreest van US aan dijkgraaf Pieter van Foreest van de Hondsbossche.10 De vraag was wie nu precies verantwoordelijk voor het
beheer van het stukje vaart was en het dus moest laten opknappen. Er volgde een onderzoek door de adjunct-stadsarchivaris van
Alkmaar dr. H.E. van Gelder. Hij rapporteerde in maart 1915 dat het Geestmerambacht verantwoordelijk was. Waarop dijkgraaf
Van Foreest van de Hondsbossche voorstelde aan US, zichzelf dus, te berichten dat de Hondsbossche zich tot niets verplicht
voelde.11
-- VASWtCH ja
macht, drie hadden rechten gestudeerd en eentje was van adel.
Zes waren op enig moment ook nog lid van het provinciebestuur
en/of lid van de Eerste of Tweede Kamer. Als beroepen komen
we tegen industrieel, groothandelaar en herenboer.7
Het werk voor US legde zeker niet een al te groot beslag
op de tijd van de bestuursleden. De hoofdingelanden kwamen
twee keer per jaar bijeen en wel bijna altijd in het stadhuis van
het centraal gelegen Alkmaar. Het DB vergaderde vier a vijf
keer per jaar. Het kwam bijna altijd bijeen voorafgaande aan de
vergadering van het Algemeen Bestuur. De plek van samenkomst
was meestal ook Alkmaar en wel in hotel De Toelast. Alleen
als dat wegens inspecties nodig was, vergaderde het DB in
Edam of Zaandam. Dit ondanks het feit dat Edam sinds 1881 de
officiële zetel van US was. Als dijkgraaf was Pieter van Foreest
dus in ieder geval zeven dagen per jaar met US bezig. Zeker
de vergaderingen van de hoofdingelanden vereisten echter een
32
11
De grafsteen van Aelbert Jansz. (Robbesteijn) van Swaegh, "DYCKGRAEF VANT HONTSBOS ENDE WTWATE" in de Nederlands Hervormde kerk van St.-
Maartensbrug. Ajwrijfsel door mr. J. Belonje. Overgenomen uit Belonje 1945.