8 L, v. h >*■1 %xm van de Bond van Vrije Liberalen inzake het algemeen kiesrecht en de vrees voor een confessionele dominantie: "Wat hem [Pieter van Foreest] betreft, hij heeft niets tegen de Katholieken, doch vindt het te betreuren, dat zij hoe langer hoe meer in alle opzichten, in alle kleinigheden, elkaar zoeken en steunen. Het is spreker bekend dat vanuit het hoogste ressort, uit Rome, groote kapitalen beschikbaar zijn gesteld, om het vrije Nederland hoe langer hoe meer in een Katholieke Staat te veranderen. ...Spreker vreest, dat nu tal van hooge zetels in katholieke handen zullen vallen. Men spreekt nu al van onze zetel; een spektakel is het, wanneer de betrekking van een katholiek, door sterfgeval of iets anders opengekomen, door een niet-katholiek wordt bezet".8 In de op 14 mei 1909 in een café in de Heerhugowaard gehouden rede nam Pieter van Foreest het partijprogramma van de Oud-Liberalen als uitgangspunt en zette het standpunt van zijn partij inzake de kiesrechtkwestie uitgebreid uiteen. Nu haalde hij uit naar de socialisten en de VDB. Van Foreest gaf aan er vast van overtuigd te zijn dat het geschreeuw om algemeen kiesrecht afkomstig was van: "...volksleiders, om in de groote steden de massa zonder belastingbetalen tot kiezers te maken en dan gekozen te worden. ...De vrij-liberalen hebben bezwaar tegen het drijven der sociaal-democraten, die alles willen hebben van den staat (staats-exploitatie van alles, staats-bemoeiing in alles, waardoor een leger van ambtenaren ontstaat en de menschen in hun beweging worden belemmerd) en der vrijzinnig democraten".9 Persstemmen: als een duin voor de kust Hoe werd er in den lande aangekeken tegen Van Foreests' werk in de Tweede Kamer? Hij liet voor het eerst duidelijk van zich horen tijdens het debat over de begroting van het ministerie van Waterstaat in december 1903. Van Foreest maakte direct grote indruk door zijn op praktijkervaring steunende deskundigheid. Veel tijd en energie besteedde hij ook aan landbouwzaken en de al tientallen jaren spelende kwestie van de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee.10 Het nieuwe kamerlid bleef bij dit alles in het Haagse volstrekt zichzelf. Dat viel op bij de pers die uitgebreid berichtte over de "...beminnelijke ongeparlementairdheidin het optreden van dezen afgevaardigde die met de handen in de zakken allergemoedelijkst en vol luchtigen boert stond te keuvelen en den waardigen voorzitter bijkans tot wanhoop bracht"De verslaggever van De Telegraaf maakte zich het vrolijkst en meldde in 1904 dat Van Foreest zo één was met het Noord-Hollandse duin: .dat zijn gelaat de kleur van duinzand heeft en zijn baard denken doet aan uitgeplozen konijnenwol. Voor-historisch heeft mijn ad-interim-collega hem gisteren genoemd, ik ben iets moderner, zou hem een Kaninefaat willen heeten, die een zeldzamen lak heeft aan ons ingenieurskorps - beroemd..in gansch de waereld, zoals de minister vanmorgen met klimmende geestdrift declameerde. De heer Van Foreest, met de handen in de zakken liggende als een duin voor onze kust, keek den spreker door zijn grauwe oogharen zoo spottend aan, dat...zijn buurman, de hoofsche professor v.d. Vlugt, een lichte trekking van zijn mondhoeken niet bedwingen kon. Prachtige staaltjes van ingenieurswijsheid weet de dijkgraaf der Hondsbossche zeewering te vertellen en hij geneert zich geen zier, doet net of hij in het Hondsbossche dijkhuis onder zijn vrienden zit, met vóór zich den historischen beker, dien de heemraden in vroeger tijden 'met een flensa [grote slok], door hun kraga [kraag] in hun maga [maag]moesten slaan".11 27 -My.lvrysjfci -;ïV - •>- -"A-J J i. "Gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm het wil. Deze beroemde karikatuur door AHahn verscheen in het SDAP-dagblad Het Volk van 8 februari 1903. Overgenomen uit Jonkers N ie boer 1939. Pieter van Foreest, liberaal kamerlid. Overgenomen uit Onze afgevaardigden 1909.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2006 | | pagina 28