Toch kwam er, zeker vanaf 1903, heel wat binnen: van Uitwaterende Sluizen 1.200 gulden per jaar, de Hondsbossche nog eens hetzelfde bedrag en het lidmaatschap van de Tweede Kamer was goed voor 2.000 gulden en een royale reis- en onkostenvergoeding. Per 1914 kreeg Van Foreest als directeur van de NV Nijenburgh 3.500 gulden per jaar, in 1916 was dit reeds verhoogd tot 7.200 gulden. De ontvangsten uit de eigendommen waren in de jaren 1890- 1900 netto ruim 10.000 gulden per jaar. Maar desondanks waren er soms tekorten, bijvoorbeeld 1.300 gulden in 1898. Grote posten waren kleding (1.200 gulden), onderwijs (2.300 gulden) en het huishouden (2.640 gulden); bijna 80 gulden voor sigaren is niet niks, maar ook niet buitensporig en Pieter van Foreest dronk geen alcohol. Wijnhandel Meienbrink ontving in 1898 slechts 35 gulden en een kwartje - dat zal ten behoeve van gasten geweest zijn. Zoon Nicolaas (22 jaar oud) stond in dit jaar in het uitgavenoverzicht genoteerd voor een toelage van 1.350 gulden. 17 Pieter van Foreest en zijn vrouw in de hut'een rieten tuinhuisje. Familiebezit. Met zoons Herpert en Nic in de herenkamer van Nijenburg. Voor de dochters was dit vertrek verboden terrein. Familiebezit.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2006 | | pagina 18