w-
Jhr. mr. Gijsbert Fontein Verschuir van Heiloo, Oesdom en Ter Coulster6
Gijsbert Fontein Verschuir was in de eerste decennia van
de negentiende eeuw absoluut de machtigste man in Alk
maar en wijde omgeving. Door een tijdgenoot, de Fleilooër
predikant J.P. Flasebroek, is hij zelfs de "Groote Mogol
dezer strekengenoemd, naar de onmetelijk rijke en mach
tige heersers van het oude India.7 Wie was deze invloedrij
ke man eigenlijk?
Gijsbert werd in 1764 te Franeker geboren als zoon van
een hoogleraar in de Oosterse talen aan de Hogeschool
aldaar. Na een studie in de rechten vestigde hij zich als
advocaat in Leeuwarden. Daar zette hij ook de eerste schre
den van zijn politieke loopbaan. Hierin liet Gijsbert Fontein
Verschuir zich als een trouw aanhanger van het huis van
Oranje kennen. Deze standvastige opstelling werd na de
nederlaag van de patriotten in 1787 goed beloond. Stadhou
der Willem V stelde hem in december 1788 aan als lid van
de Alkmaarse vroedschap, waar men na het ontslag van de
patriottische bestuurders met een gebrek aan geschikte
prinsgezinde kandidaten kampte. In Alkmaar ontpopte Fon
tein Verschuir zich direct als een leidende persoonlijkheid.
Hij werd bijvoorbeeld reeds in januari 1789 aangewezen om
de stad in de vergadering van de Staten van Holland te ver
tegenwoordigen.
Na de Bataafse omwenteling van 1795 moesten de oran
gisten op hun beurt het veld ruimen en kwam er een voor
lopig einde aan de politieke activiteiten van Fontein Ver
schuir. In november 1795 blijkt hij bij de familie Daniël
Carel de Dieu te zijn ingetrokken, die het bekende huis De
Dieu aan de Langestraat tegenover het stadhuis bewoonde.
D.C. de Dieu was een vooraanstaande regent en diende Alk
maar als thesaurier, vroedschap, schepen en burgemeester.
Hij was gehuwd met Maria Eva van Foreest. In 1797 trad
Fontein Verschuir met een dochter van Daniël Carel de
Dieu, de achttien jaar oude Cornelia Frederica, in het huwe
lijk. Het echtpaar bleef in het huis De Dieu wonen. 'Ceetje'
-zo noemde Gijsbert zijn vrouw in de dagelijkse omgang-
schonk hem tussen 1798 en 1815 in totaal tien kinderen,
vier zonen en zes dochters. Daarvan overleden er helaas
drie kort na de geboorte of in de kinderjaren.8
Aan Fontein Verschuirs bestaan als ambteloos burger
kwam een einde nadat in 1801 het conservatieve Staatsbe
wind aan de macht was gekomen. Dit nieuwe regime streef
de naar een verzoening met de oude orangistische regenten
die in 1795 plaats hadden moeten maken. De in balling
schap verblijvende stadhouder Willem V gaf voorts aan het
einde van 1801 jaar zijn aanhangers weer de vrijheid posten
in het openbare leven te vervullen. De carrière van Gijsbert
kwam nu eerst goed op gang. Hij keerde in 1803 in de Alk
maarse raad terug, werd in 1806 tot wethouder gekozen en
in 1808 burgemeester. Weer drie jaar later volgde zijn aan
stelling op de nog zwaardere post van onderprefect van het
Arrondissement Hoorn van het Departement van de Zuider
zee. Dit arrondissement bestreek de hele huidige provincie
Noord-Holland met uitzondering van Amsterdam. Het
nieuwe ambt betekende het einde van zijn burgemeester
schap.
In het najaar van 1813 stortte het Franse Keizerrijk van
Cornelia Frederica de Dieu, echtgenote van Fontein Ver
schuir. Litho door I.C. Elink Sterk
Napoleon in elkaar. In Nederland kwam een bevrijdingsbe
weging op gang. De oudste zoon van stadhouder Willem V
werd uitgenodigd naar Holland terug te komen. Deze
aanvaardde eerst als Soeverein Vorst en later als Koning
Willem I het gezag over de Nederlanden. Fontein Verschuir
begroette deze ontwikkelingen natuurlijk met warme
instemming. Hij bleef eerst nog even als onderprefect in
functie en diende daarna als districtscommissaris. Willem I
benoemde hem vervolgens in 1815 weer tot burgemeester
van Alkmaar. Een jaar later werd hij lid van de Tweede
Kamer die destijds éénmaal per jaar bijeen kwam, om en
om in Den Haag of Brussel. In 1829 moest Fontein Ver
schuir om gezondheidsredenen -hij leed ondermeer aan
podagra, zeer pijnlijke jichtaanvallen in de voeten- ontslag
nemen als kamerlid, waarna Willem I zijn trouwe dienaar
in 1831 een zetel in de Eerste Kamer verschafte. Deze had
hem reeds eerder, in 1822, verheven in de adelstand. Gijs
bert completeerde zijn toetreding tot de aristocratie met de
aankoop van de heerlijkheid van Heiloo en Oesdom in
1824.
In 1804 deed Fontein Verschuir zijn intrede in de
Noord-Hollandse waterschapswereld. Dat jaar kwam het
Departementaal Bestuur voor diverse polders met nieuwe
bestuursreglementen waarbij het in feite de toestand van
vóór de Bataafse revolutie herstelde. Meteen werden er
nieuwe bestuursleden aangewezen. Het Departementaal
Bestuur benoemde op deze manier Gijsbert Fontein Ver
schuir in het najaar van 1804 tot heemraad van de Heerhu-
gowaard -waar hij in 1811 dijkgraaf werd- en hoofdingeland
en heemraad van de Zijpe. In deze polder aanvaardde Fon
tein Verschuir op de eerste de beste vergadering van het
nieuwe bestuur op 18 december 1804 de functie van secre
taris en trad hij af als hoofdingeland en heemraad. In febru-
4 DIJKSTEEN - BRUSSELSE MODE - VUILNIS
HHN 50 GEMENEDIJK 221259.indd 4
02-12-2005 11:42:44