33- RAA, AHHD inv.nr. 755, Heberlé aan Fontein Verschuir, 2-1-1810. 34. Ibidem, 7-3-1810. 35. In 1815 gaf Heberlé als vrachtprijs vijf gulden per last op. Dit kwam neer op 400 a 500 gulden per lading, afhankelijk van de inhoud van de schuit. Hier bovenop ontving de schippersknecht voor hulp bij het lossen een stuiver per last (RAA, AHHD inv.nr. 755, 12-1-1815). 36. Bovendien verschafte Fontein Verschuir in 1816 allerlei achtergrond informatie aan Heberlé naar aanleiding van diens verzoek aan het gemeentebestuur om verlaging van de pachtsom, zie RAA, AHHD inv.nr. 755, Fontein Verschuir aan Heberlé, 28-1-1816; Vis, 'Vulliscuyl'p. 77. 37. H.T. Colenbrander, Vestiging van het Koninkrijk (1813-1815) (Amsterdam 1927) pp. 16, 22, 26. 38. RAA, AHHD inv.nr. 755, Heberlé aan Fontein Verschuir, 10-2-1814. 39. Ibidem, 12-12-1815. 40. Deze kadertekst is gebaseerd op Rombach, Ter Coulster, 24-30; J. Belonje, Ter Coulster (Wormerveer 1946), pp. 54-55. 41. Geciteerd bij Rombach, Ter Coulsterp. 30; Belonje, Ter Coulster, p. 55. 42. RAA, FA DFV inv.nr. 261, fol. 152. 43. RAA, AHHD inv.nr. 755, Heberlé aan Fontein Verschuir, 31-8-1809. 44. Ibidem, 1-10-1810. 45. Marie Louise (1791-1847) was een dochter van Frans I van Oostenrijk en de tweede echtgenote van Napoleon. 46. RAA, AHHD inv.nr. 755, Heberlé aan Fontein Verschuir, 20-7-1813. 47. RAA, FA DFF inv.nr. 259, fol. 153-154; inv.nr. 260, fol. 150v.-153- 48. RAA, AHHD inv.nr. 755, Fontein Verschuir aan Heberlé, 4-4-1812. 49. RAA, FA DFF inv.nr. 233- 50. RAA, FA DFF inv.nr. 259 fol. 153; H.T. Colenbrander, (bew.), Gedenk stukken der algemeene geschiedenis van Nederland van 1795 tot 1840, dl. 8, 3e stuk ('s Gravenhage 1916), p. 326. Ter vergelijking: een ongeschoold arbeider verdiende 150 gulden per jaar, een geschoolde ongeveer 300 gulden. 51. RAA, AHHD inv.nr. 755, veuve Clasens Heberlé aan Fontein Verschuir, 7-9-1817. 52. RAA, FA DFF inv.nr. 261, fol. 49, 50v., 149-153, Thérèse Manteau begon haar dienst in het huishouden van Fonten Verschuir op 11 maart 1822 en keerde in augustus van hetzelfde jaar naar huis terug. Voor haar werk ontving zij 267 gulden, exclusief het reisgeld en haar door Van Haelen Heberlé verstrekt drink- en handgeld bij het aanvaarden van de functie. Haar dienstverband staat mogelijk in verband met festiviteiten ter gelegenheid van het zilveren huwelijks feest van het echtpaar Fontein Verschuir en Gijsberts verheffing in de adelstand in 1822. 53- RAA, FA DFF inv.nrs. 223, 232, 275, 276, zie ook De Waal, Aangenaam...leven', pp. 66-67. 54. RAA, AHHD inv.nr. 755, Heberlé aan Fontein Verschuir, 19-4-1810. 55. Ibidem, 2-5-1816. 56. Vergelijk met RAA, FA DFF inv.nr. 261, fol. 149-153 en met inv.nr. 262, fol. 117. 57. Vis, 'Vulliscuyl', p. 77. De nieuwe pachter, H. Smits Jz. uit Gouda, exporteerde het Alkmaarse afval eveneens naar het huidige België. 58. RAA, AHHD inv.nr. 755, Fontein Verschuir aan Heberlé, 8-7-1814. 59. Ibidem, Heberlé aan Fontein Verschuir, 20-8-1814. 60. Ibidem, Fontein Verschuir aan Heberlé, 3-1-1815. 61. Ibidem, Heberlé aan Fontein Verschuir, 12-1-1815. Zie in dit verband ook Fontein Verschuir aan de weduwe Heberlé, 22-6-1818. 62. Zie over het gebruik van statussymbolen en hun maatschappelijke betekenis De Waal, Aangenaam...leven', pp. 65-67. 63. RAA, AHHD inv.nr. 755, Fontein Verschuir aan de weduwe Heberlé, 22-6-1818; idem aan Heberlé, 4-4-1812. 22 HHN 50 GEMENEDIJK 221259.indd 22 DIJKSTEEN - BRUSSELSE MODE - VUILNIS 02-12-2005 11:43:37

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2005 | | pagina 22