bert wat dit betreft op hem blijven rekenen. Zoals gebrui
kelijk besloot Heberlé ook deze brief weer met vriendelijke
groeten en complimenten aan Gijsberts vrouw.61
Ondanks dit soort irritaties bleef de relatie tussen beide
heren in stand. Heberlé verloor weliswaar na 1814 zijn posi
tie als grootste steenleverancier van de Hondsbossche,
maar toch bleef het hoogheemraadschap bij hem jaarlijks
ettelijke scheepsladingen inkopen. Gijsbert bestelde bij
voorbeeld in februari 1815 alweer 150 last steen bij Clasens.
In dezelfde brief riep hij ook als voorheen diens bemidde
ling in bij de aankoop van een op rolletjes gemonteerde
tafel met een gebronsde en uit drie klauwen samengestelde
voet.
Alles overziende kunnen we wel stellen dat Heberlé uit
stekend op Fontein Verschuirs karakter en positie heeft
ingespeeld. De ambitieuze Gijsbert voerde een grote staat,
moest dat ook wel om zijn streven naar de hoogste politie
ke, ambtelijke en maatschappelijke echelons kracht bij te
zetten.62 De bereidwillige Brusselaar Heberlé is daarom
voor hem zonder twijfel een bijzonder waardevol contact
geweest. Die voorzag hem van een heel scala van modieuze
kleding, meubilair voor het huis De Dieu en Ter Coulster,
rijtuigen en allerlei andere statusverhogende goederen.
Heberlé zal verder van zijn kant goed hebben begrepen dat
hij zonder medewerking van Fontein Verschuir als burge
meester van Alkmaar en rentmeester-secretaris van de
Hondsbossche zowel de haardas- en vuilnispacht als zijn
steenleveranties wel kon vergeten. Over en weer hadden
beide heren dus belang bij het bestendigen van hun relatie.
Wat Clasens Heberlé betrof, hoorden relatiegeschenken als
een extra paar schoenen daar gewoon bij. Zij misten hun
doel niet, zo blijkt uit een opmerking in een brief van Fon
tein Verschuir uit 1812 aan Heberlé: Mijn vrouw is gevoe
lig voor de vriendelijk attentie van Mevrouw Claassen,
de trommel is zeer welkom geweest voor al om mijne kin
deren
18
HHN 50 GEMENEDIJK 221259.indd 18
DIJKSTEEN - BRUSSELSE MODE - VUILNIS
02-12-2005 11:43:34