Technische verbeteringen V> Winkel in 1638 op de kaart van de Drechterlandse Winkeldijk door Pieter van der Meersch (noorden onder). Westfries Archief, Hoorn. gen aan respectievelijk Oterleek en het ambacht Drechter- land, terwijl een deel van de Huigendijk voortaan ten laste kwam van de Schager- en Niedorperkoggen, in plaats van aan het Geestmerambacht. De 3175 meter lange zeedijk van de zogenaamde 'Niedorper inlaag' uit 1335 werd aan Drechterland toegewezen en heette voortaan 'Drechter landse Winkeldijk'. Dit was vanwege de grote afstand bezwaarlijk, maar protesten hadden geen effect. Nog in 1547 probeerden de waarschappen van Drechterland bij Karei V de regeling ongedaan te krijgen. Op 30 oktober 1557 besliste de Grote Raad van Mechelen in hun nadeel.26 De algemene verstoeling van 1339 bleef daarmee de laatste onder de regering van de graven van Holland. Op het niveau van de ambachten, koggen en bannen werden soms nog wel nieuwe verstoelingen vastgesteld. Versnippe ring door verandering of splitsing van eigendommen van dijkplichtigen kon hiertoe aanleiding geven. Het stadsbe stuur van Medemblik besloot bijvoorbeeld kort na 1446 tot herstoeling van de dijk van de Medemblikkerkogge, vooral om verspreide hoefslagen van dezelfde eigenaren aaneen te sluiten. De dijkgraaf klaagde bij het Hof van Holland dat dit niet buiten hem of de graaf om had mogen geschieden. Medemblik verklaarde daarentegen dat herstoelingen altijd zonder de dijkgraaf waren gedaan. Het Hof besloot 11 juni 1468 dat de dijkgraaf voortaan bij herstoelingen aanwezig moest zijn en eventuele bezwaren bij het Hof kenbaar kon maken.27 Van de oudste dijken moeten we ons niet al te veel voor stellen. In feite boden zij nauwelijks bescherming tegen de zee, tenzij er een ruime strook voorland als golfbreker voor lag.28 De instandhouding van voorland was dan ook een geïntegreerd onderdeel van de Middeleeuwse dijkzorg. Vanaf de 14e eeuw werd West-Friesland echter in toene mende mate bedreigd door steeds krachtiger getijstromen vanuit het noorden, die een sterk ondermijnend effect hadden op de buitendijks gelegen landen. Daarnaast leidde de aanhoudende maaivelddaling tot een toenemend druk verschil aan weerszijden van de dijk. Als gevolg van deze factoren was de Omringdijk steeds moeilijker te houden. Ontstond een situatie dat al het voorland was weggespoeld, De stadsplattegrond van Medemblik door Jacob van Deven ter toont aan dat omstreeks 1565 buiten de zeedijk van de Vier Noorder Koggen nauwelijks nog voorland lag. De vier watermolens werden in 1594 afgebroken en ten zuiden van de stad weer opgebouwd. Westfries Archief, Hoorn. EEN GEMENE DIJK? 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2004 | | pagina 9