Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland (AHUS)
1544-1950 inv.nr. 14, 4/5 en 7/8-11-1675.
24. Noordlandt, 10-12; RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen);
WFA, AVNK inv.nr. 1, fol. 46r.-47v.; Rijksarchief in Noord-Holland
(RANH), archief Gecommitteerde Raden (AGR) inv.nr. 260,
fol. 274v.; Resolutiën Staten van Holland7-12-1677, punten
beschrijving.
25. Noordlandt, 3-
26. Ibidem.
27. Gottschalk, 267.
28. WFA, stadsarchief Hoorn (SAH) inv.nr. 61, fol. 49.
29. Noordlandt, 14.
30. D. Burger van Schoorel, Chronyk van de stad Medenblik. (Hoorn
1728), 322. Zie over hem J.T. Bremer, 'Meester Dirck, chirurgijn en
kroniekschrijver te Oudesluis', Nederlandse historiën 33 (1999),
114-118.
31. Burger van Schoorel, 321. Zie over de Wogmeer ook Resolutiën
Staten van Holland 3-2/22-2-1676, punten beschrijving.
32. Burger van Schoorel, 322.
33- Boon, 40 (noot 131). Hij kon ze pas in mei 1677 weer naar zijn
boerderij terughalen.
34. Burger van Schoorel, 321-322.
35. J. de Bruin, Het snoodste land waar God ooit kwam'. De water
rijke geschiedenis van Ohdam en Hensbroek tot het begin van de
twintigste eeuw (Obdam 2004), 73; idem, 'De waal van Abbekerk.
Sporen van een dijkdoorbraak in de middeleeuwen', in: Geschiede
nis van Abbekerk in een verzamelband 1992, 19; WFA,
oud-rechterlijk archief stede Abbekerk inv.nr. 5421.
36. Noordlandt, 2-3; Gottschalk, 267.
37. WFA, SAH inv.nr. 61, fol. 48v.; Noordlandt, 2-6; Costerus, 17-18;
Gottschalk, 265, 267; Brandt, 433-434.
38. RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 274r., 275r., 276r.; WFA,
archief gemeente Zwaag (AGZ) inv.nr. 302.
39. Ibidem, fol. 278r. en v.
40. Ibidem, fol. 309v., 312r.; WFA, AGZ inv.nr. 302; RAA, AGA inv.nr.
427; Resolutiën Staten van Holland, 23-11-1675.
41. Ibidem, fol. 287r., 289v., 291r., 293v., 299v., 302r., 319v., 320r.;
WFA, AGZ inv.nr. 302; RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen),
vergelijk met Gottschalk, 268; Costerus, 18.
42. Ibidem, fol. 310v.; WFA, AGZ inv.nr. 302.
43. RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen), 5-11-1675.
44. Ibidem, 6/7-11-1675.
45. Ibidem, inv.nr. 411.
46. Ibidem, inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen), 7/8-11-1675.
47. Ibidem, 8-11 en later; AGA inv.nr. 412, 28-11-1675.
48. Resolutiën Staten van Holland, 15-11-1675.
49. RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 276r.; RAA, AGA inv.nr. 429.
50. RAA, AGA inv.nr. 429.
51. RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 292v., 293r., 296r.
52. Uiteindelijk kregen de schippers 42 gulden per schuit waarvan 18
gulden aan de wagenmenners moest worden uitgekeerd (RANH,
AGR inv.nr. 261, fol. 87v.).
53- RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 276v., 288r., 306v.; RAA, archief
Ambacht van Westfriesland genaamd de Schager- en Niedorperkog-
gen (AS+NDK) inv.nr. 96; J. Smit, 'Scharwoude 1675-de Langereisdijk
1676. Een onbekende schetskaart van de dijkbreuk tussen Schardam
en Oudendijk in 1675 en het verbreden en ophogen van de
Langereisdijk in januari 1676', Informatieblad Stichting "Historisch
Niedorp" nr. 20 (juni 1993), 7. Over de wierwinning J.T. Bremer,
Wiringherlant; hoofdstukken uit de geschiedenis van het land en
het volk van Wieringen dl. 1 (Schoorl 1979), 170-174; idem, Vissers
aan het Marsdiep (Helderse Historische Reeks no. 16, 2003), 65,
120-121, 189-192.
54. Ibidem, fol. 280v., 282v., 283r., 3l4v.
55. Ibidem, fol. 293r., 294v., 295r., 296v., 303r., 304r.; Schoorl 1967, 102.
Zie over Abbestee H. Schoorl, 'Dirk Pietersz. Abbestee, grondlegger
van een school van kaarttekenaars en opzieners van 's Lands werken
in de kop van Noord-Holland', in: idem, 1990, 35-53, speciaal 38-46,
en over Voorthuijsen H. Schoorl, Zeshonderd jaar water en land.
Bijdrage tot de historische Geo- en Hydrografie van de Kop van
Noord-Holland 1150-1750 (Groningen 1973), 200 (noot 1).
56. Ibidem, fol. 286r.; Noordlandt, 6-7; Lesger, 152.
57. Ibidem, fol. 294r.; Noordlandt, 7.
58. Ibidem, fol. 315r. Zie over Jacob van Foreest J.H. Rombach, Inventa
ris van de archieven van de families Van Foreest, Van Egmond
van de Nijenburg, De Dieu Fontein Verschuir, Van der Feen de
Lille (Alkmaar 1992), 41, 43.
59. Ibidem, fol. 297r., 301v., 305r., 308v.; Costerus, 18.
60. Ibidem, fol. 3l6r., 317r., 318r. en v.; inv.nr. 8, fol. 194v.
61. Costerus, 18.
62. Ibidem; Noordlandt, 7-8; RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 318v.;
Schoorl 1967, 100, 103.
63. RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 324r. en v., 326v.; AGZ inv.nr. 302.
64. Costerus, 19; Noordlandt, 8-9; Brandt, 435; Burger van Schoorel, 323-
65. De waaltjes van deze vier doorbraken zijn niet op de kaart aanwijs
baar. Wellicht zijn ze spoedig weer geheel met aarde gevuld. Ook
kan het zijn dat Burger van Schoorl niet geheel nauwkeurig is.
66. WFA, AGZ inv.nr. 302; AVNK inv.nr. 1, fol. 49r., 54r.; RANH, AGR inv.
nr. 260, fol. 392v., 331r., 332v., 339r., 342v., 347v.-348v.; inv.nr. 261,
fol. 207r.; Costerus, 19.
67. Costerus, 19; RANH, AGR inv.nr. 331r., 334v., 340r. en v., 341v., 342r.
en v., 343r-, 344r., 345r.-346v., 348r., 349r.-350v., 352v., 354r.; WFA,
AGZ inv.nr. 302; RAA, oud archief Wieringerwaard inv.nr. 12, fol. 96v.
68. Deze vaart is in de 19c eeuw opgenomen in het Noordhollands
Kanaal.
69. RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen), 5-12-1675; archief
waterschap de Schermeer inv.nr. 47, 7-12-1675; WA, AHUS inv.nr. 14,
28-12-1675.
70. RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen), 5-12-1675.
71. Ibidem.
72. Burger van Schoorel, 323; RAA, oud archief Barsingerhorn inv.nr. 269.
73. Dit zal er wel aan hebben bijgedragen dat het bestuur van de Berk
meer een proces tegen het Geestmerambacht aanspande om vergoe
ding te krijgen van de ten behoeve van de dijkverhoging in de polder
afgegraven grond (RAA, AGA inv.nr. 415).
74. RAA, AGA inv.nr. 428 (memoriaal Heijnen), 5-12 en later, 26-12,
30-12 en 31-12-1675, 14-1-1676; inv.nr. 412, dec. 1675, 30-12-1675,
7-1 en 14-1-1676; inv.nr. 415; RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 351v.;
archief polder Heerhugowaard inv.nr. 2, 14-4-1676; Smit, 8-9.
75. RAA, AGA inv.nrs. 412, 413, 416, 420; AS+NDK inv.nr. 167; Smit,
9-11; G. de Vries Az., De zeeweringen en waterschappen van
Noord-Holland, 3C druk bewerkt door D. Kooiman (Alphen aan
den Rijn 1936), 718.
76. RANH, AGR inv.nr. 260, fol. 322r. en v., 327r., 328r., 334r.
77. Van den Bergh was waarschijnlijk als Abbestee en Voorthuijsen een
bekende van de werken aan de zeeweringen in de Kop van Noord-
Holland (Schoorl 1973, 385-386).
78. RANH, AGR inv.nr. 8, fol. 195r.; inv.nr. 261, fol. 13v. Vergelijk met
EEN GEMENE DIJK?
61