Het wiel van de doorbraak van 1675 en het weer herstelde droogmakerijtje -de "Bedyckte wael"- van de erfgenamen van Nicolaes
Carbasius (noorden links). Detail van de kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen door Johannes Dou,
1680. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Purmerend.
bezittingen en rechten. Hierbij hoorde het recht tot benoe
ming van de genoemde dijkgraven. Zij werden verzocht op
te geven hoe de situatie was en wat er moest gebeuren om
verdere doorbraken te voorkomen. In een brief aan de Sta
ten deelden de leden van de Rekenkamer mede dat het
regelmatig voorkwam dat de dijkgraven allerlei noodzake
lijke dijkwerken voorstelden, maar dat de hoofdingelanden
het dan vaak te duur vonden en meenden dat het zonder
ook wel ging. Dit gaf soms grote ellende, die tegen lage
kosten vermeden had kunnen worden.107
De Gecommitteerde Raden zelf maakten eind januari
1676 hun visie bekend in een brief aan de afgevaardigden
van de zes steden van het Noorderkwartier in de Statenver
gadering. Zij achtten het zinloos achteraf nog over de
schuldvraag te debatteren. Er moest wel door degenen die
verantwoordelijk waren voor de dijken meer worden
gedaan, dat eiste het algemeen welvaren. Maar het vaststel
len van wat er aan de zo belangrijke Omringdijk moest
gebeuren was zelfs in laatste instantie nog een zaak van het
college van negen ingelanden - drie van Drechterland, twee
van de Vier Noorder Koggen, twee van het Geestmeram-
bacht en twee van de Schager- en Niedorperkoggen - inge
steld bij het tussenvonnis van de Hoge Raad van 1650. In de
Zeevang was het nog slechter. Hier waren het naar oud
gebruik nog steeds de eigenaren van de landerijen die ieder
apart voor het onderhoud van een bepaald stukje zeedijk
moesten zorgen. Allerlei kleine, particuliere belangen kon
den op deze manier gemakkelijk de overhand krijgen en op
dit punt vielen de huidige besturen helaas niet vrij te plei
ten. De conclusie van de Raden luidde dat "...het wel off
qualick wesen van een so dierbaer quartier.niet langer
alleen [can] hangen aen de jegenwoordige directieEr was
"...een radt van meerder gewichte, bewegingh en autori-
teijt van noden" dat het brede landsbelang in het oog hield.
Daarbij dachten de Raden aan zichzelf.108
De steden in het Noorderkwartier waren het met de
Gecommitteerde Raden eens en de gedeputeerden van
Alkmaar en Enkhuizen presenteerden op 24 maart 1676
54
EEN GEMENE DIJK?