De samenkomst van de Korte Langereis (voorgrond), de Langereis naar Aartswoud (rechts) en de Wester Langereis richting Vogel
zang (links). Ongeveer op de plek van de brug werd de Wester Langereis in december 1675 afgedamd. Naderhand kwam hier een
permanent keersluisje, de onder de brug zichtbare Mallegatsluis. Foto C. de Gooyer.
Dit geld werd grotendeels weer uitgekeerd aan de 36 inge
zetenen die wel hadden gewerkt en het dorp voldeed er ook
de rekening van aan de arbeiders verstrekt brood mee.72
Volkomen veilig meende men nog niet te zijn. De winter
stond voor de deur en het gat te Scharwoude was nog lang
niet dicht. Daarom besloten de regenten van het Geest-
merambacht en de Schager- en Niedorperkoggen op Twee
de Kerstdag te Niedorperverlaat tot een algehele verzwa
ring en verhoging van de dijken tussen Wijzenhorn aan de
Zuiderzee en de Heerhugowaard tot drie voet (1 m.) boven
het hoogste water. De Heerhugowaard nam verder de ver
betering van zijn eigen dijk tot Rustenburg op zich. Het
werk aan de Langereisdijk werd op 30 en 31 december aan
besteed voor de somma van 12.807 gulden. Verder kwamen
dijkgraaf en heemraden van de Berkmeer tijdens de verga
dering te Niedorperverlaat aan met het verzoek ook de ring
dijk om hun polder te willen verhogen. De Berkmeer was
nog droog, maar de polderbestuurders vreesden overstro
ming en zij beschikten niet over de middelen om zelf hun
dijk te verbeteren. Ze boden 600 gulden aan als bijdrage in
de kosten. Men reageerde positief op dit verzoek van een
buur in nood en er werd snel op het ringdijkje een smalle
noodwaterkering opgeworpen. Op 1 januari 1676 vond de
aanbesteding van dit werk plaats. Helaas liep de Berkmeer
naderhand toch onder als gevolg van doorsijpelend en over
lopend water.7-1' Naderhand besloot men de verzwaring van
de dijk van de Waard - die liep minder gevaar - tot de zomer
uit te stellen. Dan kon het allemaal een stuk gemakkelijker
en goedkoper. Op 14 januari vond de afschouw van de dij
ken van Wijzenhorn tot de Waard plaats. Alles werd in orde
bevonden.74
Het behoud van de Langereisdijk en dus het Geestmer-
ambacht en de Schager- en Niedorperkoggen vervulde de
bevolking met trots en dankbaarheid. Dit klinkt duidelijk
door in een gedichtje van secretaris Heijnen, neergepend in
zijn meermalen aangehaalde memoriaal:
"Als d'oceaen verwoet, blies uijt sijn holle kaecken
't water op Zuijder zee, waer door veel dijcken braecken
dat juijst Westvrieslants ringh, oock jammerlijck besuert
Soo dat gansch Drechterlandt, met sijn gebuere treurt.
Bewaert heeft mij de Heer, als dese overstroomde
Wanneer hij in sijn gunst, des waters krachten toomde
En sprack comt vorder niet, keert weder, neemt de wijck
Houdt aff het is genoegh, staet* voor d'Langereijs-dijck".
stopt
Naderhand besloten de regenten van het Geestmerambacht
en de Schager- en Niedorperkoggen de Langereis- en aan
sluitende Veenhuizerkade definitief als noodwaterkering
geschikt te maken en te houden. In de Wester Langereis
kwant op de plek van de dam een sluisje dat bij alarm snel
afgesloten kon worden. Toen puntje bij paaltje kwant wei-
EEN GEMENE DIJK?
45