Hoorn
De Langereisdijk gered
,1 w r, ur Sp
Kaart van de omgeving van Hoorn (noorden links) met het Keern, de (Kromme) Elleboog en de Zwaagdijk met restanten van twee
doorbraken. Detail van de kaart van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen door Johannes Dou, 1680. Hoogheem
raadschap Hollands Noorderkwartier, Purmerend.
Door het zeegat kwam op 5 december zoveel water naar
binnen dat het één a twee voet (0,3 a 0,6 m.) hoog over de
Oudendijk stroomde. In deze dijk spoelde een gat uit van
16 a 17 roeden (63 a 67 m.) breed. Door het binnenstro
mende water steeg het peil in de ringvaarten en kanalen
behorende tot de Schermerboezem gevaarlijk. De dijk van
de Mijzerpolder begaf het en deze liep onder. Via de ring
vaart van de Schermer drong het water richting Alkmaar
op. Daar begon men "in furie" met het versterken van de
Omloopdijk, het ophogen van een lage overtoom en het
dichtgooien van enkele bruggen. Door en om Alkmaar
stroomde het overstromingswater de vaart naar de Zijpe en
de Hondsbossche Zeewering in.68 De Zuider- en Noorder-
rekerdijk langs deze vaart moest daarom ook worden ver
hoogd. Het bestuur van het Geestmerambacht besteedde
dit werk gedeeltelijk aan en droeg voorts de inwoners van
Koedijk en Huiswaard op het gedeelte langs hun dorpen te
versterken. Natuurlijk stopte men direct de overtoom in de
Omringdijk bij Krabbendam. Eind december verleenden de
regenten van de Schermer en het Hoogheemraadschap van
de Uitwaterende Sluizen tenslotte een vergunning om het
Zeglis af te dammen.69
Aan de Langereisdijk was de situatie niet minder ern
stig. Dijkgraaf en heemraden zagen heel goed in dat er daar
"een hoogen vloet, ende harden stoot" viel te verwach
ten.70 Overal beierden de alarmklokken om volk naar de
bedreigde dijken te krijgen. Men vreesde het aan de Wester
Langereis niet te kunnen houden en daarom werd die oost
waarts van Vogelzang bij de meelmolen van Veenhuizen
van een tweede dam voorzien. Men werkte van 6 decem
ber tot 11 december achter elkaar door. Nadat de dijk langs
de Langereis in orde was, trok het leger arbeiders naar de
dijk langs de oostzijde van de Veenhuizerpolder, die tegen
de verwachting in nog steeds droog was, en op deze manier
droog bleef.71
Volgens Burger van Schoorl stonden er op een gegeven
moment 4.800 man aan de dijken. Dit allemaal zonder beta
ling. Natuurlijk was niet iedereen in staat of in de gelegen
heid om zijn dijkplicht te vervullen. In Barsingerhorn betrof
het in totaal 43 personen. Zij moesten een boete betalen.
Op deze manier kreeg het dorpsbestuur 144 gulden binnen.
44
EEN GEMENE DIJK?