-c M T is LÉÉS dit voor en declareerden hun uitgaven naderhand bij het bestuur van het ambacht. Op deze wijze werkten enkele honderden mannen uit het Geestmerambacht kortere of lan gere tijd aan het sluiten van de doorbraak. Hiermee was bij elkaar een uitgave van 4.779 gulden aan lonen en 888 gul den en vier stuivers aan slaapgeld gemoeid.50 Al die arbeiders moesten van voedsel en bier worden voorzien. Dat laatste leverde soms problemen op. Op 16 november verboden de Gecommitteerde Raden de bierste ker Pieter Cornelisz. aan het westeinde van Beets de uitoe fening van zijn bedrijf omdat hij de landdrost die om bier voor de arbeiders kwam schandalig had behandeld. Een dag later werd het stadsbestuur van Enkhuizen verzocht snel een schuit met licht bier te sturen omdat er in Hoorn niets meer te krijgen viel.51 Naast arbeiders waren er wier, stro, hout, zand en nog andere materialen nodig. Reeds op 7 november schreven de Gecommitteerde Raden de regenten van Kolhorn en Wierin- gen dat al het daar opgeslagen wier onmiddellijk naar Schar- woude vervoerd moest worden. Ook diende men zoveel mogelijk wier uit zee op te vissen en vorderden de Raden alle aanwezige schepen in de haven voor het transport. Te Kolhorn werd vervolgens meteen beslag gelegd op 17 sche pen. Hier lijkt alles soepel te zijn verlopen. Op Wieringen lag het anders. De "wierhaelders" wilden eerst zekerheid over de prijs, zij vroegen inclusief vervoer naar Hoorn 72 gulden per schip, en weigerden uit te varen.52 Foppe Claesz. uit Den Oever werd als de leider van deze actie genoemd. De Raden stuurden op 14 november twee assistenten van de landdrost naar het eiland om hem te arresteren, hoewel hij de dans nog kon ontspringen indien hij snel naar Schar- woude uitvoer. Later waren er ook nog problemen met de voerlieden die het wier met paard en wagen naar de sche pen brachten. Op grond van het besluit van de Staten van 15 november machtigden de Raden de baljuw van Wieringen alle voerlieden en desnoods ook boeren te dwingen om wier te vervoeren.5-5 Met hooi ging het precies zo. Op 11 november machtig den de Gecommitteerde Raden vier personen uit het dijk bestuur van Drechterland om hooi in te kopen en desnoods te vorderen als de eigenaars niet tegen een redelijke prijs wilden leveren. Het lukte de vier echter niet voldoende voorraden naar Scharwoude te krijgen. Daarop grepen de Gecommitteerde Raden in. De dorpen in de Westerkogge van Drechterland kregen order direct een aantal pramen geladen met hooi te sturen met de mannen erbij om ze te lossen. Berkhout moest bijvoorbeeld voor 10 pramen en 20 man zorgen. Op deze manier werden er in de zeven dorpen bij elkaar 29 pramen en 58 man gevorderd.54 Een verhaal apart vormen de heistellingen benodigd om rond het gat in de dijk zware palen in te slaan. Bij het stads bestuur van Medemblik en de dijkgraaf van de Vier Noorder Koggen werden dergelijke stellingen met de bijbehorende heiblokken gevorderd. Ook een molenmaker te Bovenkar- spel moest met zijn stelling naar Scharwoude komen. Op 21 november stuurden de Gecommitteerde Raden verder sol daten met een schuit naar Den Helder. De schout van Den Helder en Huisduinen en opzichter van de werken aan de zeewering aldaar, Anthonie van Voorthuysen, kreeg onder tussen opdracht de twee zwaarste heistellingen met het bijbehorende personeel klaar te maken voor vertrek naar Scharwoude. Ook moest hij een schip met rijshout en de aanwezige zinkstukken laden en dit met alle rijswerkers aan boord laten overkomen. Dezelfde dag werd Dirck Pietersz. Abbestee, de secretaris van Callantsoog, opgetrommeld. Hij was vanaf 1647 in opdracht van de Gecommitteerde Raden betrokken bij de werken aan de zeeweringen in de kop van Noord-Holland en een kenner bij uitstek van alles wat met kustverdediging te maken had. Eerder al hadden de Raden Jan Theunisz. Rooker, hoofdingeland van het Geest merambacht en hoogheemraad van 'Uitwaterende Sluizen', verzocht hun te Scharwoude aanwezige afgevaardigden te adviseren.55 Heistelling in vol bedrijf bij de doorbraakte Scharwoude, 1675. Detail van een tekening in rood krijt door M. Withoos (zie pp. 48-49). Rijksarchief in Noord-Holland, Haarlem. EEN GEMENE DIJK? 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2004 | | pagina 39