Arbeiders, materiaal en deskundigen
naar Scharwoude
dorperkoggen met de verdere verhoging van de Langereis-
dijk aan de slag waarbij op zondag werd doorgewerkt. Het
in feite buitengedijkte Veenhuizen stuurde zelfs nog 300
man. Helaas liet de medewerking van de plaatsen in de
Schagerkogge, die het verste weg en achter een eigen kade
lag, het nodige te wensen over.46
Evenals bij de Zwaagdijk kreeg ieder dorp een eigen
dijkvak aangewezen. Een a twee regenten uit ieder dorp
leidden de werkzaamheden. Op deze wijze waren de man
nen 15 a 18 dagen zonder onderbreking en zonder loon aan
het werk. Op 28 november vond een grote inspectie plaats
van de dijk langs de Langereis door gecommitteerden van
de dorpen in het Geestmerambacht en de Schager- en Nie-
dorperkoggen. Her en der waren kleine verbeteringen
nodig, maar verder besloot men de dijk te laten zoals hij
was. Dit wel op voorwaarde dat als er iets gebeurde, direct
weer alle dorpen opkwamen. De dijkbewaking werd ook
in ontvang teruggebracht. Bij dit alles speelde zeker ntee
dat de sluiting van de doorbraak bij Scharwoude goed vor
derde.47
Kaartje van de dijkwerken tussen Aartswoud en Rustenburg.
Eerst volgde men de dijken over Vogelzang westelijk om
Veenhuizen naar Rustenburg. Na de hernieuwde doorbraak
van de Omringdijk bij Scharwoude op 5 december 1675 volg
de afdamming van de Wester Langereis in de noordoostelijke
hoek van Veenhuizen bij de meelmolen aldaar en werd het
dorp binnen het systeem van nooddijken getrokken.
kogge besloot nten de Wester Langereis af te dammen bij
Vogelzang in de hoek van de Heerhugowaard. Overwogen
was ook afdamming bij de noordoosthoek van Veenhuizen,
ntaar daar zagen de regenten vanaf omdat de kadijk langs
de oostzijde van dit dorp erg laag was. Voor het maken van
de dam bij Vogelzang werden molenroeden en hout uit de
naburige dorpen gehaald. Met behulp van een grote menig
te uit het Geestmerambacht, de Niedorperkogge en zelfs
Schagen kwant de met aarde gevulde dam ont 10 uur 's
avonds gereed, net op tijd omdat.de stroom vant aenpers-
sende zeewater geweldighlijck begonde in te vallen".44
Na de sluiting van de waterlopen, richtte nten zich de
volgende dag op de dijken. Wilde nten de zee buiten de
deur houden, dan was versterking van de dijk langs de Lan
gereis vanaf de zeedijk bij Wijzenhorn, de slaperdijk van de
Heerhugowaard langs de westzijde van Veenhuizen en ver
volgens de ringdijk van deze polder tot Rustenburg noodza
kelijk. Gelukkig was in 1664 de Langereis uitgebaggerd
waarbij nten meteen de dijk langs de westkant van deze
uitwatering had laten verzwaren zodat ..d'selve by tijde
van noodt het water coomende uyt de oost door inbreuck
vande zeedyck dat Godt verhoede mochten buijten kee-
ren.Op 8 november waren mannen afkomstig uit alle
dorpen van het Geestmerambacht en de Schager- en Nie-
Naast de grote inspanningen tot behoud van de binnendij
ken, werd ook direct begonnen met de afdamming van het
bij Scharwoude in de zeedijk uitgespoelde gat. Weer waren
het de Gecommitteerde Raden die het toezicht op de werk
zaamheden naar zich toe trokken. Op 15 november machtig
den de Staten van Holland hen hier officieel toe. Zij gaven
toen de Raden opdracht de in de zeedijken geslagen gaten
bij Scharwoude, in de Zeevang en Waterland te inspecteren,
de dijkbesturen te controleren en, indien ze in gebreke ble
ven, zelf de sluiting van de doorbraken te regelen. Meteen
kregen de Raden de bevoegdheid om arbeidskrachten op te
trommelen.48
Reeds op 7 november droegen de Gecommitteerde
Raden zes droog gebleven dorpen achter de Zwaagdijk op
bij elkaar 224 man naar Scharwoude te sturen. Ook in het
Geestmerambacht werden arbeiders gemobiliseerd. De
hoofdmannen uit de verschillende dorpen in dit gebied wier
ven arbeiders en hielden te Scharwoude bij hoeveel mannen
ze aan het werk hadden en hoe lang. Zo weten we bijvoor
beeld uit een bewaard gebleven declaratie hoe Symon van
der Molen in opdracht van dijkgraaf Van Veen op 13 novem
ber over Rustenburg naar LJrsem vertrok. Vandaar reisde hij
de volgende dag om zes uur 's ochtends met 25 man naar het
zeegat. De volgende dag werd de thuisreis weer aanvaard
omdat er vanwege de vloed niets gedaan kon worden. Op de
22e en 23c regelde Van der Molen het vertrek van bij elkaar
55 man en op de 25e ging hij zelf weer naar Scharwoude.
's Avonds laat op 3 december was hij weer thuis.49
De arbeiders uit het Geestmerambacht kregen een gul
den per dag betaald met daarbij een zogenaamd slaapgeld
van twee stuivers, kennelijk bedoeld om ergens in een
schuur een onderkomen te huren voor de nacht, 's Zondags
werd het dubbele dagloon betaald en als vanwege het weer
werken onmogelijk was een half. De hoofdmannen schoten
38
EEN GEMENE DIJK?