RUSTE N»UR»
De Langereisdijk
dan weer dit, dan weer dat bedreigde punt te roepen. Geluk
kig wist men de dijk te behouden. Dit ondanks de soms
gebrekkige opkomst. De dorpsbestuurders, die allerlei drei
gementen over zich heen kregen, moesten afwezigen note
ren. Zij zouden worden gestraft met inkwartiering van sol
daten in hun woning. Naderhand is ook sprake van
bestraffing met een boete van 100 gulden. Desondanks con
stateerden de Raden keer op keer dat het volk soms lang niet
voltallig was. Ook het wachtlopen werd niet altijd even goed
volgehouden. Daarom wezen de Raden vier opzichters aan
om hier een oogje op te houden.41
Aan het einde van november werd besloten tot een alge
hele en egale verhoging van de Zwaagdijk. Daartoe waren
om de 25 roeden (98 m.) stokken in de dijk gezet voorzien
van een merk in de vorm van een spijker. De dorpen kregen
op de 23c opdracht de dijk tot die spijker op te hogen. Dat
kwam neer tot 2Vi a 3 voet (circa 0,8 a 1,0 m.) boven het
water. De glooiing van de dijk moest met graszoden worden
bekleed en aan de buitenzijde diende waar nodig ook nog
een beschoeiing te komen.42
Helaas waren alle inspanningen voor niets. Tijdens een
nieuwe storm op 5 december 1675 ging het werk aan de
sluiting van de doorbraak bij Scharwoude verloren. Het
water kwam nog hoger en de Zwaagdijk bezweek. Ook de
Oudendijk begaf het tijdens deze nieuwe rampnacht. Wij
richten echter nu eerst de blik op het Geestmerambacht en
de Schager- en Niedorperkoggen. Daar was de dreiging van
het water namelijk eveneens bijzonder groot.
Dankzij het al even genoemde memoriaal van D.H. Heijnen,
de secretaris van het Geestmerambacht, zijn we uitstekend
op de hoogte van de situatie in dit gebied. Op 5 november
ontvingen de regenten van het Geestmerambacht bericht
over de doorbraak bij Scharwoude. Onmiddellijk riepen zij
de besturen van de dorpen van de Langedijk en andere
plaatsen in hun ambacht op om met alle mannen op te
konten. Die middag trokken dijkgraaf Nanningh van Veen,
zijn medebestuurders en het verzamelde volk naar Rusten
burg. Men kwant daar 's avonds ont negen uur aan. Per
wagen volgde uit Alkmaar het nodige gereedschap. Plan
ken haalde nten uit het magazijn van de Heerhugowaard. In
samenwerking met dijkgraaf en heemraden van deze pol
der werden te Rustenburg in het duister de brug of sluis in
de ringsloot van de Heerhugowaard en de pijp waardoor de
strijkmolens aldaar het water in de Schermerboezem maal
den met planken en aarde afgesloten. Ook hier volgde
direct de instelling van een bewaking ont de werken
"...tegen alle d'gene, die d'selve soude ntogen forceren..."
te beschermen.4^
Ont drie uur in de ochtend van de zesde trokken de
regenten van het Geestmerambacht noordwaarts naar de
Berkmeer ont daar een brug af te dammen. Dit stuitte ech
ter op protesten van de regenten van Obdam. Daarom reis
de het gezelschap via Veenhuizen door naar het Oude Nie-
dorperverlaat, waar men om negen uur 's ochtends
aankwam. In overleg met de regenten van de Niedorper-
De strijkmolens bij Rustenburg voor 1911. Momenteel staan er nog drie. Regionaal Archief, Alkmaar.
EEN GEMENE DIJK?
37