CHAGENJi
van zijn tijd. Zijn kaart van het Hoogheemraadschap van
Rijnland, die hij santen met Steven van Broeckhuysen maak
te, geldt als een van de hoogtepunten van de Nederlandse
kartografie in de 17e eeuw. Dou werkte vooral in Zuid-Hol
land, ntaar was incidenteel ook elders actief. Zo maakte hij
in 1647 een kaart van de Wogmeer. West-Friesland was hem
dus niet geheel onbekend. Over Cornelis Lenartsz. Koutter
is weinig nteer bekend dan enkele karteringen in Zuid-Hol
land. Hij moet blijkens brieven van Johannes Dou aan de
Hoge Raad tussen oktober 1654 en ntei 1655 overleden zijn.
Uit de instructie voor Dou en Koutter van 31 maart 1651
blijkt, dat zij voor de meting van West-Friesland santen een
salaris van ntaar liefst 7.000 gulden zouden ontvangen. De
eerste termijn van 1.000 gulden zou worden betaald een
maand na aanvang van het werk, de tweede (opnieuw 1.000
gulden) weer een maand later, terwijl "de derde duysent
guldens" zouden volgen "als sij in loco ter plaatse] afge
meten hebben". De resterende 4.000 gulden zouden pas
worden uitgekeerd na voltooiing van de opdracht, inclusief
de levering aan de Hoge Raad van uitvoerige meetrappor-
ten. Deze moesten worden vergezeld van een "pertinente
generale caerte" van de vier ambachten en de steden Hoorn,
Enkhuizen, Alkmaar en Medemblik. Wat er verder op te
zien moest zijn, werd gedetailleerd ontschreven: "den coers,
groote ende gelegentheydt van alle nteeren, wateren, sloot-
en, heerewegen, caden ende notwegen..., bruggen, quac-
kels, heulen ende overtochten, landtsteden ofte dorpen,
kercken, toorns, huysen ende molens...". Sloten van minder
dan een roede 4 nieter) breed hoefden niet te worden
getekend. Deze zouden worden opgemeten door de land
meters Johannes Clooster, Pieter Cornelisz. Schorel, Tate
Philipsz, Claes Claesz. Boninier, Gerrit Royer, JanJansz. Bac
ker en Arent Jansz. Peltier. Aan het einde van de meting zou
de oppervlakte van al het water in West-Friesland van de
oppervlakten van de ambachten worden afgetrokken.
Het veldwerk van Dou en Koutter werd gedaan in de
jaren 1651-1654, zoals blijkt uit een brief van Johannes Dou
aan de Hoge Raad uit oktober 1654. Daarin beloofde de
landmeter ont de uitgebreide meetrapporten en de "perti
nente charteringe" binnenkort te zullen leveren. Mogelijk
'ïc'Z»,
Schagen en omgeving op de grote manuscriptkaart van West-Friesland door Johannes Dou (zie p. 5). Westfries Archief, Hoorn.
EEN GEMENE DIJK? 23