3 '}fci'.A, Otfp jrf ry
p c /j C'71 3 7Ê~£te. 7
jCe r t-f- '7 If"/'
Op 10 maart 1714 kregen Bluzé en collega landmeter Pieter Mulder opdracht een goede kaart van de Hondsbossche te maken en
kopieën te leveren aan de kavels en steden die in het bestuur waren vertegenwoordigd.
In het laatste geval kan die leermeester niemand anders
zijn geweest dan Dirk Pietersz.Abbestee (ca. 1615-1688), die
landmeter was in de Wieringerwaard. Hij was de eerste land-
meter-cartograaf die in de Noordkop zelf woonachtig was en
hij richtte zich helemaal op de kartering van dit gebied. Zijn
kaarten geven blijk van een enorme terreinkennis. In 1660
raakte hij als adviseur betrokken bij de kustverdediging langs
het Marsdiep. Na de stormvloed van 1675 -de Westfriese
Omringdijk begaf het dat jaar bij Schardam- werd het opper
toezicht over de zeedijken opgedragen aan de Gecommitteer
de Raden. Abbestee werd benoemd tot Opsiener van 's
Lants Wercken aan en op Huysduynen ende Den Helder
Tot vlak voor zijn dood maakte hij zich druk om de continuï
teit in de kustverdediging. In april 1688 droegen de Gecom
mitteerde Raden hem nog de grote inspectie en kartering op
van West-Terschelling, Vlieland,Texel, Wieringen en de noord
punt van Noord-Holland. De bejaarde Abbestee was echter te
ziek om deze opdracht te aanvaarden. Op zijn advies belast
ten de Raden toen de landmeters Isaac Haringhuysen,
Adriaan vanTwuijver en Abraham Bluzé hiermee. Dat resul
teerde in het Statenrapport van 1688. Het voorlopige rapport
was door Abbestee nog op zijn sterfbed voorzien van kantte
keningen en kritische opmerkingen. Abbestee moet Abraham
Bluzé dus hebben gekend en het ligt, gelet op zijn advies,
voor de hand dat hij hem ook heeft opgeleid, in ieder geval in
de praktijk. Het kan geen toeval zijn dat de gekrulde versie
ring van hun handtekeningen een zekere gelijkenis ver
toont.11
Wat weten we van de overige activiteiten van Abraham
Bluzé als landmeter? In ieder geval vormde zijn betrekking bij
de Hondsbossche geen beletsel om met dit werk door te
gaan, zo blijkt uit zijn bemoeienissen na de stormvloed van
1697. In de herfst van dat jaar werd Noord-Holland geteisterd
door zware stormen. Die van 1 september veroorzaakte
8 ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720)