Abraham Bluzé als landmeter-cartograaf Ten tijde van zijn aanstelling bij de Hondsbossche was Abra ham Bluzé niet alleen "secretaris tot Petten maar ook land meter. Tot dat laatste beroep werd hij op 25 juli 1676 door het Hof van Holland toegelaten na de officiële landmeterseed te hebben afgelegd. In het desbetreffende verzoekschrift gaf hij aan: dat hy hem jnde konste van de Geometria eenige tijt herwaerts sulxgeoeffent ende soo verre geavanceert heeft, dat hij sich vertrout capabel te wesen omme t ampt van Lantmeter voortaen ten dienste ende gerieve van eenen ijgelijcken te bedienen Hij had zijn examen afgelegd bij de "mathematicus" Genesius Paen, van 1649 tot 1679 contrarolleur van 's Lands Werken en fortificatiën in dienst van de Staten van Holland.9 Het is niet bekend door wie en waar Bluzé is opge leid. Met betrekking tot de theoretische en praktische scho ling van adspirant-landmeters wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën in de beroepsgroep: de eerste heeft het vak geleerd van een praktiserend landmeter, de tweede op een school of universiteit, al dan niet in combinatie met een stage. De universiteit van Leiden verzorgde vanaf 1600 een opleiding in de vestingbouw- en landmeetkunde, de zogenaamde "Duytsche Mathematique" .Deze opleiding ver dween in 1681. Daarna bleef uitsluitend de mogelijkheid over zich in het vak te bekwamen door bij een andere landmeter in de leer te gaan of een particuliere school te bezoeken. Het is niet ondenkbaar dat Alkmaar en/of Schagen in de 17e eeuw zo'n school rijk zijn geweest, aangezien tussen 1600 en 1700 maar liefst 30 Alkmaarders en negen inwoners van Schagen als landmeter werden toegelaten, waarbij nog diverse ande ren uit de omliggende dorpen komen. Misschien dat onze Abraham daar, of in Leiden zijn theoretische kennis opdeed en verder in de praktijk werd geschoold door een ervaren landmeter.10 In het voorjaar van 1688 maakten de landmeters Haringhuizen, Van Twuijver en Bluzé in opdracht van de Gecommitteerde Raden diverse kaarten van de Waddeneilanden, Wieringen en de kop van Noord-Holland. Hier als voorbeeld een kaart van Eijerland met het gemenelandshuis aldaar (links) en de zuidkant van Vlieland met het dorp Westvlieland en de meelmolen (rechts). Verder is een plan ingetekend om met behulp van stuifdijken de aanwas van de stranden te bevorderen. ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 7