INKOOP VAN HONTSBOSSCHE. 3|ontsMt)e enne mntot ptten/ $rtDan meemnge ten tncnlte ban Den felben ^ontsboïfcljc/ ïn t Openbaar m te Itapm een ConfOcrabtli quantitept aföct/ enöe Datb]? partijen/ Dan 60 Hotten teffens, Aan den Ed. Heeren Dyk-graaf en Regenten Datt Den Ymand tot de Leverantie gene gen zyndekome op Donderdagden 16 September 1717. des voormiddags ten negen uuren, op 't Gemenelands- denHontsboflche tot Petten; aanhoore de Con- Seggetvoort. van Holland te 's Gravenhage speelde van oudsher een belangrijke rol bij het beheer van de Zeewering. Het nodig de jaarlijks dijkgraaf en heemraden samen met enkele lokale edelen en vertegenwoordigers van de belangrijkste steden -Haarlem, Amsterdam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Medemblik- uit om naar Petten te komen, oefende het oppertoezicht uit op de dijkwerken, stelde de hoogte van de omslag vast en controleerde de rekening. Er was eind 15e eeuw al sprake van een duidelijk omslagplichtig gebied dat aan het onderhoud van de Hondsbossche moest betalen. Het betrof de ingelanden van de zes kavels, namelijk Duinkavel, de Vier Noorderkoggen, Drechterland, R I E T, huysvan ditien en doe fijn proffijt c* Alkmaar Gedrukt by de IVed. van Cornells van TrierOrdinaris Druk- ter v«a't Kleyo-Zegel in de LaagUlrictop de bock raade HoutU. Aanplakbiljet voor de openbare inkoop van riet op het gemenelandshuis op 16 september 1717. Uit het bestuur aangewezen commissarissen verzorgden de aanbesteding van werken aan de Zeewering en de inkoop van materialen zoals riet voor het maken van schuttingen waarmee het stuivend zand werd gevangen. de Schager-en Niedorperkoggen, Geestmerambacht en Waterland.6 Halverwege de 16e eeuw kwam er commentaar op de hele gang van zaken. Ontevreden ingelanden stuurden in 1553 een verzoekschrift naar Keizer Karei V waarin werd geklaagd over allerlei misstanden in het bestuur, de hoge kosten en andere ongeregeldheden. Karei V reageerde door op 15 mei 1555 een provisionele ordonnantie uit te vaar digen waarin onder meer werd bepaald dat: de dijk gesmaldeeld moest worden in zes parken of perken, voor ieder kavel één, waarvan zij het onder houd voortaan zelf moesten regelen; het bestuur over de zeewering zou bestaan uit een dijkgraaf en zes heemraden, uit ieder kavel één; de materialen voor de Zeewering moesten worden ingekocht en op het werk afgeleverd door de waarschappen of vertegenwoordigers van de kavels; de lokale belastinginners in de kavels ieder in hun dorp de Hondsbossche omslag moesten invorderen en afdragen aan de waarschappen. De rol van het Hof van Holland was hiermee uitgespeeld. Het beheer van de zeewering berustte voortaan bij dijk graaf, heemraden, waarschappen en gecommitteerde hoof dingelanden van de zes steden en kavels, zonder enige bemoeienis van hogerhand. In de tweede helft van de 17e eeuw werden alle zaken van de Hondsbossche en Duinen tot Petten volgens een vast schema afgehandeld. Rond Letare (de vierde vastenzon dag eind maart) vond in het gemenelandshuis de grote vergadering van hoofdingelanden plaats. De dijkgraaf presenteerde dan zijn eis of petitie van de uit te voeren werken. De dag daarop vertrok het gezelschap naar Alkmaar voor het 'afhoren' van de rekening van de waar schappen en de rentmeester. Voorts wezen de heren uit hun midden commissarissen aan voor de aanbesteding van dat jaar noodzakelijk geachte werken aan de Zeewering op Beloken Pasen (de zondag na Pasen). Tenslotte volgde nog de afschouw van de werken rond Jacobi (eind juli, begin augustus)Deze drie samenkomsten op Letare, Belo ken Pasen en Jacobi vormden de drie ordinaris comparities of reguliere vergaderingen. Het dagelijks bestuur van de Hondsbossche was een zaak van dijkgraaf en hoogheemraden, aanvankelijk alleen bijgestaan door een rentmeester. Het gemenelandshuis of Huys op 't Hondsbosch"gebouwd in de eerste helft van de 16e eeuw, deed dienst als bestuurszetel en werd boven dien al snel een gewilde pleisterplaats voor hoogwaardig heidsbekleders die de dijk wilden inspecteren, of op door reis waren. Het gemenelandshuis werd bewoond en beheerd door een kastelein, die ook ging fungeren als secretaris. Bovendien had het hoogheemraadschap een bode in dienst. ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 5