Henk Schoorl en Bluzé Inleiding In september 1997 gaf Henk Schoorl met het hem eigen enthousiasme tijdens een vergadering van het bestuur van de 'Vrienden van de Hondsbossche' aan graag een uitgave te willen verzorgen over Abraham Bluzé. Die vormde een van de figuren uit de geschiedenis van Noord-Holland waarin hij bijzon der was geïnteresseerd. Bluzé was niet alleen baljuw en schout van Petten, maar ook kastelein, secretaris en rentmeester van het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot Petten en bovendien landmeter-kartograaf. Met name die laatste bezig heid zal Henk Schoorl bijzonder hebben aangespro ken.1 Henk heeft nog een eerste begin gemaakt met het noodzakelijke onderzoek in het destijds net opnieuw geïnventariseerde archief van de Hondsbossche. Door zijn overlijden in december 1997 is van verdere uitdieping en uitwerking van het onderwerp en een publicatie helaas niets meer gekomen. Wel werd in Henks papieren nalatenschap een map gevonden met voornamelijk genealogische gegevens betreffende het geslacht Bluzé en daaraan geparenteerden. Toen het bestuur van de 'Vrienden van de Hondsbossche' mij verzocht het project over Abraham Bluzé voort te zetten, voelde ik me zeer vereerd en heb ik van harte aan dat verzoek voldaan. Het resultaat dat thans voor u ligt, draag ik op aan de nagedachtenis van dr. Henk Schoorl. Will. C. Thijssen In het vroege voorjaar van 1682 werden de regenten van de Hondsbossche getroffen door het overlijden -na 25 jaar trouwe dienst- van Jacob Schatter, die eerst alleen kastelein secretaris was, later ook rentmeester. In maart 1657 was hij op verzoek van zijn door een zware beroerte getroffen vader tot diens opvolger benoemd als kastelein-secretaris. Toen de rentmeester in maart 1679 aftrad, werd Schatter ook in die functie aangesteld.2 Zo ontstond een concentratie van bevoegdheden in handen van één per soon die de hoofdingelanden wellicht niet helemaal aan stond. Zij bepaalden in elk geval in 1679 nadrukkelijk, dat het dijkgraaf en heemraden in geval van een vacature niet vrij stond zo maar een opvolger te benoemen. Zij wilden zelf over het vergeven van de drie functies beslissen. Het is overigens ook mogelijk, dat ze slechts wilden aangeven wie het recht van benoeming toekwam.3 "Petten aan de Hollandse Zeekust". Gezicht op het dorp aan het begin van de 17e eeuw. Tekening in rood krijt, pen in grijs en pen seel in kleuren, anoniem. ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 3