Noten 23 1. H. Schoorl, De Convexe Kustboog (Schoorl 2000), dl. 3, p. 584. 25. Tot 1693 is de Hondsbossche een heemraadschap, daarna een hoogheemraadschap, zie D. Aten, Inventaris van het archief van 26. het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot Pet- 27. ten 1555-1921 (1922) (Edam/Alkmaar 1997) p. 9. 28. 2. Regionaal Archief Alkmaar (RAA), archief Hoogheemraadschap van de Hondsbossche en Duinen tot Petten (AHH) inv.nr. 1, 29. 13-03-1657, 14-03-1679. 30. 3. RAA, AHH inv.nr. 1, 14-03-1679. 4. RAA, AHH inv.nr. 1, 11-03-1682; inv.nr. 49, 05-09-1682; 31. H. Wormsbecher, Fragment-genealogie Bluzé 32. (uitgave in eigen beheer, Arnhem 1982). 33. 5. Deze paragraaf is gebaseerd op J.G.A. Faber, De Hondsbossche en Duinen tot Petten (Purmerend 1869) pp. 12-18; Aten 1997, pp. 4- 34. 10; J.T. Bremer, Petten, dorp aan de dijk. Vijf eeuwen (1413- 35. 1929) geschiedenis in vogelvlucht (11' uitgave kring van "Vrienden 36. van de Hondsbossche' 1993/1994) p. 5. 37. 6. Het kavel Waterland besloeg niet de huidige regio Waterland. 38. Die was vanwege de hoge lasten verbonden aan het onderhoud van de Waterlandse Zeedijk niet omslagplichtig aan de Honds- 39. bossche. Het kavel Waterland bestond uit de Zaanstreek, het 40. Schermereiland en Oosthuizen. 41. 7. Deze paragraaf is gebaseerd op Wormsbecher. 8. Nationaal Archief (NA), archief Hof van Holland inv.nr. 91, 42. fo. 303r. en v. 9. E. Muller, K. Zandvliet (red.), Admissies als landmeter in Neder land vóór 1811 (Alphen aan den Rijn 1987) p. 157. 43. 10. Muller, Zandvliet, pp. 150-151; J. de Bruin, J. Terra, 'Gerrit Dirksz. 44. Langedijk, landmeter en lakenverkoper', in: C. Streefkerk e.a. 45. (red.)Perfect gemeten. Landmeters in Hollands Noorderkwartier ca. 1550-1700 (Wormerveer 1994) p. 33. 11. H. Schoorl, 'Dirk Pietersz. Abbestee, grondlegger van een school 46. van kaarttekenaars en opzieners van 's Lands werken in de kop van Noord-Holland', in: idem, Kust en kaart (Schoorl 1990) pp. 38, 46; idem, De Convexe kustboog, dl. 2 (Schoorl 1999) p. 302; H. Lambooij, Getekend land. Nieuwe beelden van Hollands Noorderkwartier (Alkmaar 1987) pp. 100-101. Zie voor de overeenkomst in de versiering van de handtekeningen van leeraar en leerling-landmeter De Bruin en Terra, p. 33. 12. Rijksarchief in Noord-Holland (RANH), aanwinsten 301, nrs. 44 en 45; H. Schoorl, Zeshonderd jaar land en water (Groningen 1973) p. 373. 13. Schoorl 1973, p. 264. 14. Schoorl 1999, dl. 2, pp. 325-326. 47. 15. RAA, Stadsarchief Alkmaar voor 1815 (SA voor 1815) inv.nr. 2134. 16. RAA, AHH inv.nr. 2, 17-04-1709. 17. Ibidem, inv.nr. 145, reglement 1717, art. 13. 18. Ibidem, inv.nr. 2, 10-03-1714. 48. 19. RAA, SA voor 1815, inv.nr. 2137. 20. De bedoelde kaarten bevonden zich in het NA, 49. collectie Hingman nrs. 2673, 2674, 2716 en 2745 en RANH, kaarten Rijkswaterstaat 1139 (Texel 17), 1202 (Vlieland 17) en Wieringen A(492.628.5) 1 21Wormsbecher. 22. RAA, AHH inv.nr. 145, reglement 1671, artt. 2, 4, 15; reglement 1717, art. 13: inv.nr. 1, 04-03-1693. Ibidem, inv.nr. 824. Bremer 1993-1994, pp. 5, 7; J.F.W. Conrad, Verhandeling over de Hondsbossche Zeewering (Alkmaar, [1865]) pp. 15-16. A.F. Kamp, 'Gevelgedichten bij de Hondsbossche', Noordholland 1 (1956) pp. 20-23. RAA, AHH inv.nr. 49, 23-04 en 14-07-1686; inv.nr. 1, 15-04-1692. Ibidem, inv.nr. 49, 26-05-1690, 15-10-1693. Ibidem, inv.nr. 1, 01-08-1678, 20-04-1694, 12-04-1695 en 17-04-1709; inv.nr. 49, 29-07-1692. Ibidem, inv.nr. 49, 23-04-1686; RANH, aanwinsten 301, nr. 45. RAA, SA voor 1815 inv.nr. 2136, instructie rentmeester, kastelein en secretaris; AHH inv.nr. 49, 23-04-1686; inv.nr. 1, 11-04-1686. RAA, AHH inv.nr. 49, 16-06-1694. Wormsbecher. RAA, AHH inv.nr. 734; inv.nr. 1, 06-02-1682 (citaat), zie ook Aten 1997, pp. 10-11. Ibidem, inv.nr. 1, 12-03-1687. Ibidem, inv.nr. 49, 05-11-1693. Ibidem, 22-12-1693. Ibidem, aantekening Bluzé na resolutie van 22-12-1693. Ibidem, brief dd. 27-12-1693. Zie ook J.J. Schilstra, De Hondsbossche (Alkmaar 1981) p. 57. Ibidem, brief van 08-01-1694. Ibidem, 12-01-1694. RAA, SA voor 1815 inv.nr. 2131; AHH inv.nr. 1, 08-03-1690, 09-03-1701. RAA, AHH inv.nr. 145; W.C. Thijssen, De Hondsbossche steenen schutsluis te Zaandam (17' uitgave kring van 'Vrienden van de Hondsbossche' 2001). Ibidem, inv.nr. 145; inv.nr. 1, 30-03-1672; Aten 1997, pp. 7-8. Ibidem, inv.nr. 1, 28-07-1682. Ibidem, inv.nr. 145, reglement 1671, artt. 6, 7, 10 en 18; reglement 1717, artt. 7, 8, 11, 20 en 31; inv.nr. 1, 16-03-1695, 04-04-1696; inv.nr. 2, 16-04-1710. De abdijlanden waren oorspronkelijk bezit van de abdij van Egmond. Na het uitbreken van de Opstand wezen de Staten ze in mei 1577 toe aan de steden van het Noorderkwartier. Die verlootten de landerijen in 1584 onder elkaar, zie J.B.M. de Bont, De 'regaleabdij van Egmondhaar stichting, bloei en verwoesting naar de oudste bronnen bewerkt (Amsterdam 1905) pp. 175-176; J. Hof, De abdij van Egmond van de aanvang tot 1573 ('s Gravenhage, Haarlem 1973) pp. 165-166, 420-428; J. Belonje, 'lets over het bezit der Egmonder abdij te Hargen', Egmondiana. Benedictijnsch tijdschrift voor geestelijk leven en geschiedenis 6 (1942) pp. 17-24, met aanvulling in jr.g. 12 (1951) pp. 114-115. RAA, notarieel archief Alkmaar (NAA) inv.nr. 464, akte nr. 139; AHH inv.nr. 49, 05-11-1687 en 11-11-1694; inv.nr. 2, 19-04-1724; P. Dekker, Oude boerderijen en buitenverblijven langs de Zijper Grotesloot (Schoorl 1988) dl. 2a, p. 641. Gebaseerd op: RAA, AHH inv.nr. 1, 09-01-1688; SA voor 1815, inv.nr. 2136. Adriaaen van Twuyver werd in juni 1673 geadmitteerd als landmeter. In 1687 koos het Duinkavel hem tot heemraad. Verder was Van Twuyver notaris, secretaris van de Egmonden en diaken en ouderling van de gereformeerde gemeente Egmond-Binnen. Hij overleed in of kort na 1689, zie J.H. Geertzenwijk, Aantekeningen op de familie Van Twuyver, eertijds 't Weijver (uitgave in eigen beheer Delft, 2001) genealogie 6. 28 ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 28