A i Besluit: een leven in dienst van de Hondsbossche ÉM Door middel van een bevestiging van het reglement door de Staten hoopte men een stok achter de deur te krijgen en de naleving beter te kunnen afdwingen. De Staten bevestig den het reglement inderdaad op 30 juli 1717 bij octrooi en verordonneerden meteen dat alle oude gewoonten strijdig met het nieuwe reglement direct gestaakt dienden te wor den.Toen de regenten van de Hondsbossche het bekrach tigde reglement in hun vergadering van augustus 1717 nog eens doornamen, voorzagen ze toch met één bepaling moeilijkheden. Het ging om artikel 3 waarin werd gesteld dat.yder der Comparanten zijn eijgen Verteeringe moet betalen..."en wel tegen een vergoeding van 38 gulden zonder dat er verder ook maar iets in rekening mocht wor den gebracht. Daar schrokken de heren blijkbaar toch voor terug. Bovendien zou het Bluzé als kastelein veel geld gaan kosten. Daarom werd besloten dat point nader te exa mineren omme met den casteleijn te reguleeren, blyvende ondertussen de resolutie van 21. Maart 1708 omtrent de defroljementen [kosten van verteringen] op 3 ordlnarls Comparltlen In zijn geheel'.111 Eerst op 20 april 1718 besloten de hoofdingelanden dat het reglement op Jacobi 1718 van kracht zou worden. Intussen moest het bestuur bij de kastelein zo laag mogelijke prijzen voor de maaltijden bedingen.82 Het zal duidelijk zijn dat Abraham Bluzé direct de gevol gen van de bezuinigingsronde ondervond. Verder is reeds genoemd dat de functie van rentmeester weliswaar in stand bleef, maar niet meer werd gehonoreerd. Dat scheelde hem jaarlijks ook nog eens 250 gulden. Die korting werd weliswaar voor een deel gecompenseerd door de "silvere ducaton" die hij zou krijgen voor elke te lenen 1.000 gulden. Maar er werd voor dat geld wel meer van hem verwacht. Wanneer de hoofdingelanden extra werkzaamheden lieten uitvoeren en wilden dat een paar bestuursleden daar toezicht op hielden, moest Bluzé alle dagen pertinentelijck hebben te noteren, welcke heeren elcken dag In loco hebben gevaceerd..."omdat zij dan voor die dag(en) recht hadden op"...extraord(lnarls) vacatiën en teercosten...".83 Het gemenelandshuis, dienstwoning en werkplek van Abraham Bluzé. Het complex werd in de loop der tijd steeds verder uitge breid en verfraaid zodat het de allure van een luxueuze buitenplaats kreeg, compleet met een gracht en bomensingel. Aan de voorzijde bevond zich een siertuin met vijver. Bluzé moest de "graft of vijver vant Hondsbosch" netjes schoon houden. Detail uit de kaart van de Hondsbossche door J. Spruytenburgh, 1730. In de loop van 1718 of het begin van 1719 werd Abraham Bluzé ernstig ziek. De hoofdingelanden besloten namelijk op 17 april van het laatstgenoemde jaar,"... de wy/e de sware indispositie [ongesteldheid] van den Casteleijn en Secret(arls) van de hontsbossche Continueert, en men vervolgens voor tegenwoordlgh van den selven niet en can werden bedient.zijn 27-jarige zoon Abraham te benoemen tot tijdelijke vervanger. Dit wel..buijten Coste van den hontsbossche, en behoudens de vrije Electie op 't eljndlgen van sijn Vaders Commissie" ,84 Deze overgangsre geling kostte het hoogheemraadschap dus geen stuiver, ter wijl de hoofdingelanden na het overlijden van Bluzé Sr. ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 25

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 25