Qö OïïkRXr %éb mua0yy^ftet&fi OLDER /Fat v i^-vtrvtdl/I Kaart van Oud en Nieuw Petten, ca. 1650. Achter Oud Petten het "santagtig onderloopent lant" van het Krabbewater met het pomphuis en pijpleiding. De zoutzieders hadden destijds ook nog een tweede pomphuis, de in zee uitstekende "soutgoot". Dit waterwinpunt was echter eind 17' eeuw reeds lang geleden door de zee vernield. Kopie van een kaart door C.J. Visscher van Oud en Nieuw Petten, circa 1650, vervaardigd door A. Rademaker aan het begin van de 18' eeuw. werd gebruikt bij de raffinage van uit het buitenland aange voerd ruw zout. Schatter trok zich echter niets van dit alles aan, drukte de aanbesteding door en liet het pomphuis dicht spijkeren.59 Met steun van hun stadsbestuur spanden de zoutzieders vervolgens een proces aan bij de Hoge Raad. Beide partijen begonnen in verband hiermee bewijzen te verzamelen. Schatter stelde dat het dijkje nodig was voor de veiligheid van Petten. Dit ontzenuwden de zoutzieders met behulp van getuigenverklaringen van Pettemers waarin werd aangegeven dat het dijkje veel te zwak en te laag was. Inderdaad werden in juni 1692 de binnen- en buitenglooi ing van het al voltooide dijkdeel weggeslagen. Omgekeerd verzamelde Bluzé attestaties om de positie van Schatter te versterken. Afgaande op een door Cornelis Laurissen, tim merman te Petten, op 13 mei 1692 ten overstaan van een Alkmaarse notaris afgelegde verklaring ging hij daarbij niet helemaal netjes te werk. Laurissen stelde hierin namelijk: ...hoe waar Is, dat hij getuljge opten agtsten deser door de dienaar vande Justitie tot Petten, is ontbooden ten huijse van 5s Abraham Bleuse, Bailliu van Petten en (de) Noimerban, wonen (de) als Casteleijn Inden Huijse vanden Honsbossche en aldaar gecomen wesende, Is van hem gevordert een (ver)klarlnge, dewelcke dan opgestelt sljnde, Inhlelt, dat het put of pomphuijs In off ontrent de brake daer wt de requlranten haer zoutwater halen voor en ten behoeve van haer lleder zoutketen, daar nu ontrent twaalffjaren had gestaan, doch hij getuijge wijders willen (de) (ver)claren en expres daar bij gevoegt hebben, dat in de voors(egde) brake al over xxx- vij jaeren een pomp off puthuijs stont, dat hij comparant selffs had gemaect, welck den Bailliu heeft geweijgert daer bij te stellen.sulx dat die attestatie niet volcomen- te(lijk) is ternedergestelt. ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 19