Baljuw, schout en strandvonder van Petten
Abraham Bluzé was tevens baljuw en schout van Petten. In
de rollen van de vierschaar of het gerecht van de hoge
heerlijheid Petten en Nolmerban wordt een aantal zaken
behandeld, waarin hij als zodanig optrad. In maart 1687
komen we hem in de genoemde rollen voor het eerst tegen
en wel als substituut of plaatsvervangend baljuw en schout.
In de herfst van dat jaar verdween hij van het toneel ten
gunste van Willem de Roij. April 1688 keerde Bluzé echter
al weer terug en nu voorgoed.50
Als schout en baljuw was Bluzé verantwoordelijk voor
de handhaving van de rust en orde in Petten en de vervol
ging van personen die zich aan overtredingen van de plaat
selijke verordeningen en de wetten van het land schuldig
hadden gemaakt. Al te veel werk had hij hier niet aan, want
tussen 1688 en 1720 kwam het gerecht of vierschaar wel
geteld 25 maal bijeen. Soms viel er jaren achtereen hele
maal niets voor. De visafslag op het strand en alle regelin
gen daaromheen vroegen misschien nog wel de meeste
oplettendheid van baljuw Bluzé. Allereerst mocht de vis uit
sluitend door erkende Pettemer voerlieden om de beurt
worden afgevoerd naar de vismarkten in steden als Alkmaar
en Haarlem. Natuurlijk drongen de voerlieden af en toe
voor waarmee ze een ander het brood uit de mond stoot
ten. Ook gebeurde het wel eens dat de viskopers zelf de vis
afvoerden. Helemaal erg was het natuurlijk wanneer vissers
hun vangst buiten de afslag om verkochten.51
Daarnaast kreeg Bluzé een enkele maal te maken met
uit de hand gelopen ruzies. In 1696 zien we hem verder in
actie tegen 14 schippers die lading hadden overgenomen
uit het V.O.C. retourschip Meresteijn.52 Dat hij tevens strand
vonder was, had hier misschien ook wel iets mee te maken.
Andere kwesties waarvoor hij Pettemers voor de vierschaar
Visafslag op het strand bij Petten. De man met de stok is de afslager. Hij wees de partijen vis aan en noemde daarbij in dalende
reeks het te bieden aantal stuivers tot een koper 'mijn' riep. Baljuw en schout Bluzé kreeg diverse malen met ongeregeldheden
rond de afslag te maken. Detail uit de kaart van de Honsbossche door J. Spruytenburgh, 1730.
ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720) 17