De Gecommitteerde Raden gaven de regenten van Den Hoorn en de dijkgraven van de Binnen- en de Buitenkuil en het Hoornder Nieuwland opdracht om in overleg met Wentel de vereiste werken aan te besteden.Toen ze nalatig bleken, kregen ze een uitbrander en werd Abraham Bluzé naar Texel gestuurd om leiding te geven aan de voorbereidingen. Bluzé en Wentel moesten het werk uitzetten in het terrein en bepa len aan welke eisen het moest voldoen naar voorbeeld van de Hondsbossche.Vervolgens besteedden de dijkgraven van de Buitenkuil en het Hoornder Nieuwland de klus aan. Later dat jaar machtigden de Gecommitteerde Raden Bluzé en Wentel om de verbetering van vijf parken "molwerk" ten zui den van de Buitenkuil aan te besteden.14 Uiteraard heeft Abraham Bluzé het nodige landmeters- werk verricht voor de Hondsbossche zelf. In de borderellen -korte overzichten van de rekeningen- komen we daar her haaldelijk posten van tegen. Zo vermeldt de borderel van 1695 een uitgave van 124 gulden voor "den Ren(dant) [Bluzé] [ende] nogh een landm (eter) en die van 1702 een post van 22 gulden voor decasteleljn als lantm(eter)",15 In april 1709 werd Abraham Bluzé benoemd tot landmeter in vaste dienst.Voor de controle op kwaliteit, opslag en uitgifte van het voor de Zeewering ingekochte riet ontving hij voort aan jaarlijks 21 gulden.samen metsijn vacatiën alsLant- meter...'' werd dat 85 gulden.16 Zijn diensten als landmeter leverden hem dus een vast, extra jaarinkomen op van 64 gul den. Deze regeling werd later opgenomen in het reglement van 1717, maar daarin wordt alleen het totaalbedrag van 85 gulden vermeld.17 Als er werk uitgevoerd was dat duidelijk de normale ver richtingen oversteeg, bijvoorbeeld het maken van een kaart met kopieën, kreeg Bluzé extra betaald. Zo werd op 10 maart 1714 door de hoofdingelanden besloten: door den Casteleyn als Landmeter beneffens Pr [Pleter] Mulder mede Landmeter een ackurate kaart te [laten] maken van de Honsbossche, die voor een prlnclpael op den Hontsbossche te bewaren, ende daar van eenige uljttreck- sels te doen maken en aan (de) respective leden mede te deelen De borderel van de Hondsbossche rekening van 1714 getuigt van de kosten:"landmeters:209:4:0;bij deselve extr(aordi- narls) 51:0:0' .w Daarnaast heeft Abraham Bluzé voor zover we konden nagaan nog meegewerkt aan de vervaardiging van een serie andere kaarten, te weten van het Eijerland en West-Vlieland, van een deel van Texel en het Marsdiep, van Oost-Vlieland en West-Terschelling en tenslotte van Wieringen.20 LI 1 0 Z |1 st "'iiVn x £al m ■G 41 1.' "I \6lfilfl "1 1 j'mi I' ey JiTi J Akrsi i4i lV t i Nog een kaart vervaardigd in het kader van de door Gecommitteerde Raden gelaste inspectie en kartering van voorjaar 1688. We zien het eiland Wieringen met de geulen erom heen. Links is een te leggen dijk naar het eiland vanaf de hoek van de Wieringerwaard ingetekend. 10 ABRAHAM BLUZÉ (1657-1720)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 10