w
Een nationale catastrofe
"Een ontstellende ramp heeft Nederland getroffen. Een orkaan, die samen
viel met een springvloedheeft in de nacht van Zaterdag op Zondag zee- en
rivierwater tot nimmer waargenomen hoogten gezwiept. Met vreselijke
natuurkrachten zijn onze duinen, onze dijken en onze kaden geteisterd.
Terwijl in dorpen en steden van vier uur Zondagmorgen af noodklokken
onheilspellend begonnen te beieren en de schrille gil van sirenes klonk,
braken op niet te tellen plaatsen die dijken en duinen en kaden onder
afgrijselijk geweld uiteen".
Van deze reportage in het Het Vrije Volk van 2 februari 1953 is
geen woord overdreven.' De combinatie van orkaan en spring
vloed in de nacht van zaterdag 31 januari op zondag
1 februari veroorzaakte op de Noordzee en Waddenzee onge
kend hoge waterstanden: in I)muiden en Den Helder mat men
respectievelijk 3,85 en 3,25 m. NAP.' Bij Hoek van Holland
werd eveneens 3,85 m. NAP gemeten, een stand van meer dan
drie meter boven het normale tij. De dijken hadden alleen die
springvloed nog wel kunnen keren, maar samen met de orkaan
werd een natuurgeweld ontketend, dat in ons land nog maar
zelden was voorgekomen. Voor een vergelijkbare ramp moeten
we teruggaan tot 1825, toen rond de Zuiderzee overal de dijken
braken en bij elkaar ongeveer 800 mensen om het leven kwa
nten.'
Vooral in Zeeland, op de Zuid-Hollandse eilanden en West-
Brabant was in februari 1953 de ellende niet te overzien. In de
dijken zaten meer dan 100 gaten. Er verdronken 1.835 mensen
en tienduizenden stuks vee jammerlijk, 200.000 hectare land
stond blank, meer dan 3.000 huizen werden totaal vernield en
nog eens 43.000 woningen beschadigd, om slechts enkele
cijfers te noemen. De totale schade werd geraamd op één a
anderhalf miljard gulden. Pas op 6 november werd het allerlaat
ste stroomgat in bijzijn van Koningin Juliana en minister-presi
dent Drees gesloten.4
In Noord-Holland hield de storm ook behoorlijk huis, hoe
wel de situatie nergens de omvang aannam van een echte ramp
zoals met name in Zeeland het geval was. Toch kunnen we niet
zomaar aan de gebeurtenissen in onze provincie tijdens die
rampzalige nacht van 31 januari op 1 februari voorbij gaan.
Vooral Texel werd zwaar getroffen. De stormvloed kostte het
eiland een vruchtbare polder. De zeedijk van de polder De
Eendracht bezweek en bij de snelle inundatie die daarop volgde,
werd een ploeg dijkwerkers door het water verrast. Zes mannen
slaagden er niet in de achterliggende dijk van de polder
Eijerland te bereiken en kwamen helaas in de golven om.5
Vijftig jaar later is '1953' nog steeds een jaartal dat in het
nationale geheugen gegrift staat. Maar de gedachten gaan
- overigens geheel terecht - vooral uit naar de verdronken
Zeeuwse dorpen, de honderden slachtoffers en de tienduizen
den berooide evacuees. De gebeurtenissen op het ver van het
Zeeuwse hoofdtoneel verwijderde Texel zijn buiten het eiland
zelf langzamerhand compleet in het vergeetboek geraakt. Nude
watersnood precies een halve eeuw achter ons ligt en uitgebreid
wordt herdacht, is het de hoogste tijd ook de gebeurtenissen op
Texel en elders in Noord-Holland in de herinnering op te halen
en vast te leggen. We richten daarbij eerst even de blik op de
Hondsbossche, de duinenkust en de zeeweringen van de
Noordkop langs de Waddenzee. Daarna komt Texel uitgebreid
aan de beurt.
De boerderij 'Irene' in de geïnundeerde polder De Eendracht op Texel (jötoJ.C. Bruin).
DOOR STORMVLOED OVERMAND