Herstel
Reeds heel vroeg op zondagochtend i februari - nog vóór de
ramp in De Eendracht - arriveerden de eerste vier ambtenaren
van de Provinciale Waterstaat op Texel na een enerverende reis.
De verbinding met het eiland was gestremd. Daarom stapten zij
naar de Marine. De dienstdoende commandant beval een sleep
bootkapitein de vier over het Marsdiep te zetten. De kapitein
durfde dat in het bijzijn van de marineofficier niet te weigeren,
maar gafzodra deze was vertrokken te kennen dat zijn schip niet
geschikt was om de oversteek in het slechte weer te maken. Na
protesten van de kant van de waterstaatsmedewerkers werden
ze tenslotte in een goed marineschip overgezet. Op Texel
gingen zij direct aan de slag op de dijk bij Oosterend. Het aldaar
aanwezige waterschapspersoneel was na een nacht van keihard
zwoegen uitgeput. Met zeilen en zandzakken werd de dijk zo
goed mogelijk versterkt. Terwijl de vier medewerkers bij Ooster
end aan het werk waren, bereikte hen het nieuws van de door
braak van de dijk van De Eendracht. Tot eind oktober 1953 zijn
medewerkers van Provinciale Waterstaat op Texel onder leiding
van hoofdingenieur-directeur Krijn in nauw overleg met de
lokale waterschapsfunctionarissen bezig geweest met het her
stel van de beschadigde dijken.'8
De distributie van zandzakken werd in de nacht van zater
dag op zondag centraal geregeld door gemeentewerken. De
zakken werden betrokken van particulieren. Bovendien deed
burgemeester Thomassen van Zaandam het aanbod meteen
50.000 stuks te sturen. Op maandagmorgen 2 februari om
02.00 uur vertrokken de eerste vrachtwagens in het nachtelijk
duister uit Zaandam naar Den Helder. Uiteindelijk zijn er
100.000 zakken geleverd. Diezelfde ochtend zette de veerboot
200 DUW-arbeiders over.'9 Ook arriveerden 22 Indonesië-
veteranen uit Sneek, die zich vrijwillig hadden aangemeld voor
de strijd tegen het water. De Koninklijke Marine stuurde een
contingent matrozen en mariniers.40
De allereerste maatregelen betroffen de afdekking van de gaten
die in de zeedijk van de Dertig Gemeenschappelijke Polders
waren geslagenDat geschiedde met zeilen, verzwaard met zak
ken grond. Bovendien voorzag men de dijk van een krammat.
De bekleding op het buitenbeloop werd als laatste aangepakt:
de betonnen platen maakten plaats voor zetsteen. Hetzelfde,
maar dan op kleinere schaal, gebeurde met de Eijerlandse dijk.
Van de dijk bij de 'Oostersluis' was het binnentalud afge
schoven. Dat werd opnieuw opgezet met zakken zand en als
steun voor het dijklichaam bracht men een binnenberm van
zand aan.
Het gat in de zuidelijke kade langs de voorboezem van de
'Schanssluis', dat erg diep bleek te zijn, werd snel hersteld en de
kaden aanzienlijk verzwaard en verhoogd. Nog in 1953 kwam
er een nieuwe sluis. Die maakte in verband met dijkverhoging
overigens in 1970 al weer plaats voor een moderne sluis.
In verband met het weer kon pas op 11 februari een begin
worden gemaakt met het dichten van de circa 170 meter lange
doorbraak in de dijk van De Eendracht, die hier en daar al tot
De Schanssluis met de overgelopen kolk. Dit punt iverd direct versterkt. Links het elektrische gemaal (foto J.C. Bruin).
il