Storm in Den Helder' De Helderse zeewering tussen hetWierhoofd en Huisduinen kwam evenmin ongeschonden uit de strijd. Er bestond welis- waargeengevaarvooreen doorbraak, maardeglooiingwerd op verschillende punten ernstig beschadigd. Aan het einde van het betonpad naar het strand boekte de zee een overwin ning: de grote, onwrikbaar lijkende bunker aldaar hing nu scheefgezakt tussen de losgewoelde bazaltblokken. Bij Huisduinen werd het fietspad weggeslagen en een stuk asfaltweg op de zeewering verdween in de golven. Waar voorheen een houten trap toegang gaf tot 'Den Helder aan Zee' stak het duin loodrecht de lucht in en een stuk duin rechts daarvan was totaal weggeslagen. Iets ten noorden van het Kijkduinshoofd, waarvan bij hoog water niets meer te zien was - de zee stond tegen de ringmuur en de betonnen resten van de Atlantikwall aan - plukte de branding een aantal Noorse stenen uit de glooiing. Daar ontstonden ver schillende verzakkingen, maar het gevaar kon, mede dankzij de inzet van een paar honderd matrozen, worden bezworen. In Den Helder stonden de kademuren en hetWierhoofd onderwateren sloegen diverse schepen los. De piervan het havenhoofd werd vernield en het wachtlokaal van de TESO ging verloren. De wachtende reizigers namen het gevaar eerst niet zo serieus, maar dat werd anders toen ze eenmaal tot hun knieën in het water stonden. Het was toen bijna onmogelijk het gebouwtje nog te verlaten. De passagiers konden maar nauwelijks worden gered en van het wacht huisje bleef weinig over. In de in aanbouw zijnde Rijks zeehaven brak een dijk door en liep de bouwput, waarin men bezig was met de aanleg van kademuren en pieren, onderwater. In de nacht van zaterdag op zondag tussen 4.00 en 5.00 uur mat men in de stad windkracht elf, met stoten van 33 meter per seconde, 's Ochtends om 3.45 uur werden de bewoners van de Hortensiastraat opgeschrikt door een enorm geraas, toen een windvlaag het dak van een van de woningen compleet afrukte. In totaal werden in deze straat vier huizen - bewoond door vijf gezinnen - vernield. In de Goudenregenstraat verwoestte de wind nog eens drie huizen. De woningen die er het slechtste aan toe waren, werden - met hulp van gemeentewerken - provisorisch met touwen versterkt, maar raakten toch onbewoonbaar. Op de vernielde woningen legde men naderhand nooddaken bestaande uit dun plaatmateriaal. De getroffen gezinnen zaten met duizenden guldens schade aan hun meubilair. Intussen snelden enkele inwoners naar de Dijk om hun vletten, die door het snel rijzende water werden bedreigd, in veiligheid te brengen. Een van hen, de steenzetter J.B.L. van der Wouw, werd tegelijk met de vlet die hij wilde bergen "...door een zware breker gegrepen en tegen de betonnen muur... gesmeten", en raakte vervolgens bekneld tussen vlet en muur. Het zwaar gewonde slachtoffer moest in het ziekenhuis worden opgenomen. De reddingsboten van zowel Den Helder als Texel hadden het ook druk gedurende de stormnacht. Zaterdagavond 31 januari werd om 20.30 uur bekend dat de olielichter 'Oder' voor de kust van Texel van zijn sleepboot, de 'Gulosenfjord', Gedeelten van de Helderse Zeewering, zoals hier bij devote bunker te Huisduinen tussen Noorderhoofd en Kijkduinshoofd, uierden behoorlijk beschadigd (Rijksarchief in Noord-Holland, Rijkswaterstaat directie Noord-Holland). DOOR STORMVLOED OVERMAND 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2003 | | pagina 13