I V
ning aan de waterschappen sinds de jaren dertig grote conse
quenties. Per persoon moest telkens de aanslag worden bere
kend, en met het uitschrijven van postwissels was een legertje
seizoenwerk(st)ers wekenlang intensief bezig. De werkzaamhe
den waren geleidelijk zo omvangrijk geworden, dat een perma
nente afdeling van het hoogheemraadschap zich uitsluitend
nog met deze taak bezig hield: de zogenaamde Afdeling
Kadaster. E,en belangrijke verandering deed zich voor in 1966.
Tot dan toe bracht US zijn kosten in rekening bij de ruim 200
polders in zijn gebied. Ingevolge een gerechtelijke uitspraak
mocht dat niet meer en moest men de circa 125.000 eigenaren
rechtstreeks aanslagen opleggen. Daarvoor was het bestand
van Noordhollands Noorderkwartier prima bruikbaar en beide
hoogheemraadschappen knoopten contacten aan. US bracht
de inning van de heffingen onder bij 'Noorderkwartier'. De
sterk vergrote Afdeling Kadaster promoveerde hiermee op 1
september 1966 tot een feitelijk zelfstandig lichaam, genaamd
DUO.
De veranderingen waren daarmee niet ten einde, eigenlijk
begonnen ze toen pas. Door de provincie - in de persoon van
Bij de inntng van de waterschapslasten werkte 'Noorderkwartier' vanaf het begin
intensief samen met de Postcheque- en Ciirodienst. De omslagplichtigen konden
ieder jaar rekenen op een gecombineerd aanslag- en stortingsbiljet.
gedeputeerde Van Dis - werden de nieuw gefuseerde water
schappen verplicht de heffing en invordering van hun lasten
onder te brengen bij Noordhollands Noorderkwartier. De vrij
willigheid was daarmee ten einde. De ontwikkeling van de
DCO tot een formele en juridisch zelfstandige dienst kwam
steeds dichterbij. Dat was temeer noodzakelijk doordat het
sinds invoering van de nieuwe Bevoegdhedenwet in 1979 niet
langer mogelijk was dat het ene waterschap de heffing en
invordering van omslagen aan het andere waterschap opdroeg.
Er moest duidelijkheid komen om juridische problemen het
hoofd te bieden.
Administratief betekenden de waterschapsfusies voor de
DCO een enorme toename van werkzaamheden. De grote
tariefverschillen tussen de polders die waren opgegaan in de
nieuwe waterschappen bleven namelijk in veel gevallen nog
jarenlang gehandhaafd. Een uitermate complexe zaak. Onder
de ruim tweehonderd bij de fusies betrokken waterschappen
zat een behoorlijk aantal 'goedkope', die aan de zogenaamde
'toegroeiingsregeling', laat staan de 'verevening' wisten te ont
snappen. In dit verband was het evenwel een gunstige omstan
digheid dat 'Noorderkwartier' als een van de eersten in
Nederland in 1966 tot volledige automatisering van de hef-
fings- en inningsadministratie was overgegaan. Vanwege de
vele mutaties in de kadastrale toestand als gevolg van woning
bouw en ruilverkavelingen was het al lang onmogelijk de
omslagheffing op de traditionele manier te verzorgen. In
Alkmaar geslagen ponskaartjes werden
in de grote computer van IBM in
Rotterdam verwerkt, een systeem dat
twee jaar in gebruik is gebleven. Daarna
stapte de DCO over op de computer
apparatuur bij het PEN in
Bloemendaal; later omgebouwd tot het
PRC, het Provinciaal Rekencentrum
voor Noord-Holland. Zo blijkt dat
DCO vanaf de pionierstijd alle stappen
van automatisering tot aan de geavan
ceerde systemen van vandaag heeft
doorlopen. Men heeft zich daarbij
nogal eens afgevraagd of de DCO en
het Kadaster niet ineen konden worden
geschoven, gezien de grote overeen
komsten in de werkzaamheden. Dat
perspectief deed zich voor in 1982,
toen de Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers een besluit nam
over automatisering.
DCO's flexibele reacties
De DCO heeft voortdurend flexibel
moeten reageren op nieuwe omstandig
heden. Zo verviel in 1979 zowel bij
gemeenten als waterschappen het
gebruik van de grondbelasting voor de
berekening van de aanslag over
gebouwde eigendommen. Voorlopig
bleef men volgens de bestaande regels
de belastbare opbrengst zelfstandig schatten, totdat een andere
grondslag voor de omslagheffing was gevonden. Dat zou de
onroerend-zaakbelasting (OZB) kunnen worden, zoals ook de
gemeenten die hanteerden. Maar in de ogen van dijkgraaf G.E.
Ris was dit een erg bewerkelijk en duur systeem omdat de
onroerend-goedobjecten telkens opnieuw moesten worden
getaxeerd. Daarom liet hij door de stichting KAFI een nieuwe
aanslagnorm voor onroerend goed onderzoeken. De KAFI -
de Stichting voor Kadastrale en Financiële Adminisrtatie, een
Dienst 1945
Kad gemeente
N? .1(1211
Hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier
AANSLAGBILJET
Artikel van den legger
Begrooting goedgekeurd bi) besluit
van den commissaris van Noord
holland van 28 Februari 1945
No. 140
Datum
batallng
Betaald bodrag
Omilag
I gim
Varvol
igtkoifn
Handteakenlng
kwitantie
Kennisgeving
Op het kohier van den omslag
komt, onder nevenvermeld kohier
nummer. Uw naam voor met een
totaal aanslag van
f
Voor de specificatie van dezen
aanslag wordt verwezen naar ach
terzijde dezes.
Betaling moet qeschleden in eén
termijn vóór 1 October 1945 bij
voorkeur op de wijze zooals hier
achter is aangegeven
ALKMAAR. 1 Juli 1945
De penningmeester van het hoog
heemraadschap Noord hollands Noor
derkwartier,
P W GROOT
Uitgereikt den
Verzonden
BIJ
POSTCHEQUE ENGIRODIENST
KENNISOEVINO VAN STORTINO
Op postrekeninQ No. 325ae
van den pennmgm. v h. hoog
heemraadschap Noordholl. Noor
derkwartier te Alkmaar iheden
bijgeschreven - Old.
|ln cljtarsl
ct.
POSTCHEQUE
EN GIRODIENST
STORTINOSBILJET
Op postrekening No. 325ae
van den penningm. v. h. hoogheemraadschap
Noordholl. Noorderkwartier te Alkmaar is heden
Gld.
Ct. Gld. Ct.
(voluit goacnrovonl |ln alllara)
gestort door de(n| omslagpllchtlge voorkomende onder
Medsdssllngen betreltendo de betaling
DIENST 1945
Nv .30211
POSTCHEQUEEN GIRODIENST
BEWIJS VAN STORTINO
Op poetrekening No. 325 86
van den pennmgm. v. h. hoog
heemraadschap Noordholl. Noor
derkwartier te Alkmaar is heden
Gld. Ct.
|ln cl|l«ft|
gestort voor verschuldigde lasten.
DIENST 1945
Daglaakanlng
N" .1021
■ndtaakanlng van dan
Oagtaakanlng
van Ugoadaahrl v
arlngan maken hal larmuliai
73