binding met de hoofdstad dachten er echter anders over. Van Dis kon deze politieke realiteit niet negeren en het ontwerp- reglement werd aangepast. Wat wil men ook tegen de 'Staten' van Amsterdam! De VC was hier woedend over. 'Haarlem' had de commis sie namelijk helemaal niet geraadpleegd. Het was toch van de gekke dat de geplande noordelijke rondweg van Amsterdam - Noord (AIO) - die werd doorsneden door talrijke coupures - zou gaan fungeren als scheiding tussen twee waterstaatkundige elementen! Onaanvaardbaar was ook dat het nieuwe water schap een belangrijke bron van inkomsten verloor als het dit dicht bebouwde Amsterdamse gebied niet toegewezen kreeg. "Beul maak het kort..." Op 31 oktober 1978 vond de beslissende vergadering van Provinciale Staten plaats. Op de agenda stond niet alleen de oprichting van Waterschap De Waterlanden, maar ook van Groot Haarlemmermeer en Drecht en Vecht. In de twee laat ste fusiewaterschappen gingen de kleine polders in Noord- Holland bezuiden het Noordzeekanaal op. Vooral 'De Water landen' gaf aanleiding tot langdurige debatten. Voorzitter drs. R.J. de Wit kon pas om tien uur 's avonds een punt achter de vergadering zetten. De honger van de statenleden werd gestild met een 'Broodje van Kootje' uit Amsterdam. In Haarlem ble ken namelijk om acht uur geen 200 belegde kadetjes meer te krijgen. De publieke tribune zat stampvol per bus aangevoerde Oostzaners, bewapend met spandoeken. Zij kregen echter alleen de CPN- en PSP-fracties mee. Dat viel eigenlijk wel te verwachten. In 1976 hadden de Staten immers al ingestemd met de derde concentratienota en die bepaalde de stichting van één enkel waterschap in Groot-Waterland. Als ingangsdatum werd 1 januari 1980 vastgesteld, zodat de betrokken water schappen ruim een jaar gelegenheid kregen om te "hokken" en naar elkaar toe te groeien. Heemraad Jan Bindt van Oostzaan verklaarde na afloop van de vergadering strijdlustig zich niet bij de beslissing van het Haarlemse "praathuis" neer te leggen en het hogerop te zoeken. Bindt was niet de enige. De VC had zijn activiteiten uit pro test al opgeschort en diende ook een bezwaarschrift in. Voorts stuurde de Werkgroep Waterschapsbelang eind november 1978 haar lijvige alternatieve concentratieplan naar Den Haag. Dijkgraaf W. de Boer vond wel - nu er een democratisch geno men besluit lag - dat de VC weer aan het werk moest gaan. De bezwaarschriften hadden gedeeltelijk succes. Minister van Verkeer en Waterstaat D.S. Tuynman oordeelde dat er fouten in de procedure waren gemaakt en wilde het besluit van de Staten niet ter tekening aan Hare Majesteit voorleggen. Dit betekende dat de hele procedure - inclusief hoorzittin gen - over moest. Gp 4 maart 1980 vond zodoende weer een grote bijeenkomst in Purmerend plaats. De VC dreigde en bloc het bijltje er bij neer te gooien als de ontpoldering van Amsterdam-Noord niet van tafel ging. Het voortdurende uit stel wekte ook de nodige onvrede op. Het ontlokte de voorzit ter van de VC de beroemd geworden uitspraak: "Beul, maak bet kort...". GS zegden tenslotte toe dat Amsterdam-Noord omslagplichtig bleef zolang de afscheiding waterstaatkundig nog geen feit was. Dat zou over een jaar of drie wel het geval zijn. Een 'exegesebrief naar de Minister Op 12 mei 1980 kwam de oprichting van Waterschap De Waterlanden voor de tweede keer in de vergadering van Provinciale Staten. Van Dis bezwoer dat er inhoudelijk nooit wat aan de hand was geweest. De wederom in grote getale opgekomen Oostzaners kregen nu ook de fracties van de WD en D'66 mee. Die zaten inmiddels in de oppositie tegen een meerderheid van het CDA en de PvdA. De opheffing van de polder Oostzaan kwam echter nauwelijks ter sprake. WD- 0 Ha/? de voorgestelde ontpoldering van Amsterdam-Noord wilde II 'aterland niets weten. Pentekening door C. Pie lage opgenomen in het eerste jaarverslag van Waterschap de Waterlanden. 67

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 68