Grote [HeerbugofWaard oftewel blauwe-reigerpolder" alsnog de kop op? Verder kwam op de valreep de stichting 'Den Huygen Dijck' tot stand, waaraan de polder Heerhugowaard zijn omvangrijke historische collectie in bruikleen gaf. Op 6 sep tember 1979 opende gedeputeerde Van Dis in de vergader ruimte van het gemaal aan de ringvaart een oudheidkamer door een model van een oude stoommachine in werking te stellen. Van 8 tot en met 16 september vond de grote feest- week plaats, georganiseerd door het jubileumcomité 'Heer hugowaard 350 jaar'. Tijdens deze week kreeg dijkgraaf J.C. van Langen door burgemeester Molleman de eremedaille van de gemeente opgespeld vanwege het vele dat het polderbestuur voor Heerhugowaard had gedaan. Zowel Berkhouwer als Van Dis waren bij de plechtigheid aanwezig. De gedeputeerde sprak de nodige lovende woorden: "Dit oude fundament vormt goede grond voor een nieuw gebouw. Het Waards polderbestuur laat een goede polder achter. Dat is een compliment waard". Van Langen ging overigens als heemraad van Groot-Geestmerambacht verder met het waterschapswerk, hoewel hij de nieuwerwetse inspraak niet echt kon waarderen. "Al die vergaderingen duren tegenwoordig veel langer. Dat komt omdat veel meer mensen meepraten die de ballen verstand ervan hebbengaf hij in zijn dankwoord te kennen. Van alle polderbesturen in het gebied van het nieuwe water schap werd in 1981 officieel afscheid genomen tijdens de vie ring van het zestigjarig bestaan van de VNHW in hotel Krasnapolsky te Amsterdam. Het feest werd helaas overscha duwd door de plotselinge dood van de boerenbestuurder Hendrik Kriller, voorheen dijkgraaf van de Niedorperkogge en stimulator van de ruilverkaveling aldaar. Zoals elders kregen de bestuurders een toepasselijk wandbord mee naar huis. De provincie deed alle bestuurders van de opgeheven waterschappen een speciaal door Henk Tol in samenwerking met J.J. Schilstra en A. Barendregt ontworpen herinneringsbord cadeau. Bovenaan, als symbool van goed bestuur, een roer. 58

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 59