De Groene laing in kaart gebracht door Henk Tol tegenstelling stad contra platteland en leek hem het gebied met ruim 10.000 hectare te klein voor een slagvaardig waterschap. Aangemoedigd door de overwegend positieve reactie van de gedeputeerde gingen de twaalf van 'De Groene Long' als echt samenwerkingsorgaan verder. Gp 22 september werd op voor stel van de eveneens nauw bij de plannen betrokken ir. G.J. Slijkhuis, directeur van het technisch bureau van de Unie van Waterschappen, een dagelijks bestuur ingesteld. Slijkhuis nam het secretariaat op zich. Voorzitter werd de gangmaker Barendregt, die twintig jaar nadien, terugblikkend op deze jaren openhartig verklaarde: "Het toenmalige bestuur van de Scherm eer heeft con amore aan de samenvoeging met andere waterschappen tot het Waterschap Het latnge Kond meegewerkt, ofschoon men van de noodhaak niet geheel overtuigd was. Het algemeen belang ging voor. Nieuwe ontwikkelingen vroegen en vragen de aandacht". De eenheid groeit Niet lang hierna, in januari 1973, kwam Wentink met het voor stel om de polders in de Duinstreek samen te laten gaan met de waterschappen van 'De Groene Long' en het Noordzee- kanaalgebied, waarbinnen de sterk geïndustrialiseerde polder Westzaan een hoofdrol speelde. Nog in diezelfde maand wer- 52

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 53