de aanleg van snelwegen en omvangrijke uitbreidingsplannen, opgezet door gemeenten die dankzij herindelingen veel effi ciënter en professioneler konden werken. Het doorsnee pol derwaterschap kon dergelijke plannen onmogelijk in goede banen leiden. Waren ze nog wel serieus te nemen, nu ze gedwongen waren gebruik te maken van allerlei door gemeen ten betaalde advies- en ingenieursbureaus, daarmee de beslis singen aan anderen overlatend? Grote gemeenten onttrokken hun territoir aan de zorg van de waterschappen en regelden voortaan zelf het waterbeheer. Amsterdam-Noord, Alkmaar, Hoorn en Den Helder werden zodoende 'ontpolderd'. Van Dis drukte de waterschappen in 1972 nog eens keihard op deze feiten: als er niets gebeurde waren ze binnen de kortste keren niets meer dan een "folkloristische aangelegenheid"aldus de gede puteerde. Aan verdere concentratie van waterschappen was dus niet meer te ontkomen. Dat proces is over het algemeen moeizaam verlopen. De verschillen in structuren en belangen stonden vaak haaks op elkaar. Er waren bestuurders die rabiaat tegen concentratie waren en zich uit overtuiging of uit eigenbelang met hand en tand tegen opheffing verzet hebben. Niet alleen omdat ze bij schaalvergroting een deel van hun invloed en maatschappelijk aanzien kwijt raakten, maar ook omdat zij van mening waren dat hun niets te verwijten viel. Andere water schappen gaven zich zonder problemen gewonnen en verdwe nen zonder enig protest uit de geschiedenis. Er waren polders bij met een traditie van vele eeuwen, andere waterschappen waren nog geen veertig jaar oud. Al die onderlinge verschillen maken het vrijwel onmogelijk een uitputtende verhandeling te schrijven over de geschiedenis van de grote concentraties van de jaren zeventig en tachtig. De verhalen worden gekenmerkt door successen maar ook mislukkingen, sterke en zwakke per soonlijkheden, ambitieuze overheden en onderlinge rivaliteit. Er is bovendien enig doorzettingsvermogen voor nodig de geschiedenis te volgen omdat we te maken hebben met een soms behoorlijk trage ambtelijke papiermolen. Hen polder als de Egmondermeer liep bij de uitbreidingsplannen van Alkmaar eigenlijk voortdurend achter de feiten aan. De Geestmolen van de polder werd geheel door de nieuwbouw van het Hoefplan ingesloten. Dit gedeelte werd nader hand ontpolderd. 30

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 31