7 mm fcSrsA WA'fi&'X guv.# Wnwwr - Schril Jikhcttt fj {Z/MARKKH jaar aantal 1931 352 1946 309 1961 274 1964 268 1968 193 1975 160 1982 17 1990 15 2003 4 Het aantal waterschappen in de provincie Noord-Holland, 1931- 2003. Knihuuctt m w nfcc, Ttfs.ik fkivrtiü '(hvhhuizcn Tü •AUkidiiJ? 2-2r v »».V//ua nt uisiHd Broek roer tjrrrbru* T 7> 7;Muiden ^iV f» Huizen Ad jwx i Buscum H£i rtklt lédrsji üretvrnla.-jf //i.'rcr.ct'v. Nostalgie? De wereld van de oude waterschappen is momenteel volledig geschiedenis geworden. Heel veel kleurrijke namen en heel wat karakteristieke organisaties zijn verdwenen. Dat valt te betreu ren, maar was onvermijdelijk, wilde men tenminste het water schap als functionerende organisatie behouden. En dan nog een vraag: was het leven in die waterschapswereld van vroeger werkelijk zo ideaal als soms wordt gedacht? We moeten die oude plattelandssamenleving zeker niet romantiseren. In een behoefte om vanuit een zekere nostalgie alleen de positieve kanten van de voorbije tijd te zien, wil men nog wel eens de ogen sluiten voor de minder plezierige trekken van het verle den. Maar die waren er wel degelijk. Een aantal willen we de revue laten passeren. Veel geroemd wordt allereerst de herkenbaarheid voor de ingelanden. Inderdaad had ieder waterschapje zijn eigen tradi ties, zijn eigen bestuursorganisatie, een totaal op de plaatselijke omstandigheden afgestemde keur en was het bestuur heel dichtbij en zuiver lokaal georiënteerd. Maar, zo stellen critici hier tegenover, zou de relatie tussen besturen en belangheb benden werkelijk zo groot zijn geweest bij al die oligarchisch bestuurde polders, waar besturen zichzelf aanvulden en dijk graven generaties lang uit dezelfde families voortkwamen? "Niet de bekwaamheid, maar het geld besliste of iemand voor het polder bestuur in aanmerking kwam", mopperde He Telegraaf van 6 maart 1916. De krant wees er verder op, dat een te geringe afstand tussen bestuurder en bestuurden vriendjespolitiek en gekibbel in de hand werkten. Die kritiek werd in 1916 ook door de Nieuwe Rotterdamsche Courant en in diverse adressen aan de ministerraad breed uitgemeten. Bezwaarlijker was nog, dat veel polders niet in staat waren meer dan het dagelijkse werk te doen en verder te gaan dan op de winkel passen. Werden daar door misplaatste zuinigheid, een te smalle financiële basis of gebrek aan deskundigheid geen noodzakelijke projecten nagelaten? De hoogte van de inkomsten bepaalde immers de uitgaven. Dit op zich gezonde standpunt kon echter in tijden van crisis gevaarlijk uitpakken voor de veiligheid van het land. Tekenend was de situatie aan de Hondsbossche in 1866. De Zeewering lag er slecht bij, Tot diep in de twintigste eeuw was malaria in Noord-Holland een veel voorko mende fekte. Dit kaartje uit 1901 toont de plaatsen waar malaria destijds dage lijks (doorlopende lijn) of iets minder vaak (gestippelde lijn) voorkwam.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 20