Aspergeteelt door de familie Van Foreest in het Heilooërbos, ca. 1919. Uiterst rechts, met hoed, Pieter van Foreest. nog eigenaren bleven werden ze namelijk verplicht aan 'Noorderkwartier' elk jaar hetzelfde bedrag te betalen dat zij gemiddeld de laatste tien jaren vóór 1916 in het dijkonderhoud hadden gestoken. Bovendien moest elk van deze waterschap pen via het nieuwe Hoogheemraadschap zijn deel betalen in de aflossing van de Watersnoodlening-1916, een bedrag van twaalf miljoen gulden, dat de provincie ten bate van de herstelwerk zaamheden had voorgeschoten. De aflossingsregeling - die voor de boeren per 1 januari 1940 enigszins werd verlicht door dat ook de gebouwde eigendommen voortaan mee gingen betalen - werd eerst vijftig jaar later afgesloten. Dit alles heeft bepaald niet bijgedragen tot de populariteit van het in veler ogen te duur opgezette nieuwe Hoogheemraadschap. Boze tongen beweerden zelfs dat het speciaal als inner van de waters- noodlasten in het leven was geroepen en in stand werd gehou den. Na de voltooiing van de Afsluitdijk in 1932 kwam Noordhollands Noorderkwartier helemaal onder zwaar vuur te liggen. Met die dijk werd het onderhoud van de in 1916 niet sterk genoeg gebleken waterkeringen langs de oude Zuiderzee veel eenvoudiger. Velen vonden dat het nieuwe Noorderkwar tier daarmee zijn bestaansrecht verloren had. Wat ook pijn deed was de veel voordeliger provinciale regeling voor de polders ten zuiden van het Noordzeekanaal. Daar zou aanvankelijk een soortgelijk hoogheemraadschap als Noordhollands Noorderkwartier worden ingericht, maar ten gevolge van administratief-technische problemen is 'Noordhollands Zuiderkwartier' er nooit gekomen. Waarna de provincie besloot de watersnoodkosten voor dat gebied vrijwel geheel voor eigen rekening te nemen! In de rest van Noord- Holland was men daar bijzonder gepikeerd over. En wie was de kop van Jut? Inderdaad, 'Noorderkwartier', algemeen gezien als verlengstuk van de provincie, en dat er steeds op uit zou zijn om zoveel mogelijk macht naar zich toe te trekken. In deze mening werd men versterkt door de partijpolitieke inrich ting van het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap, in feite een afspiegeling van de samenstelling van Provinciale Staten. Enige organisatorische band met de honderden bestaande waterschappen was er niet. De Vereniging van Noord-Hollandse Waterschappen In maart 1921 nam een aantal waterschappen in de Noordkop het initiatief tot de oprichting van de Vereniging van Noord- Hollandse Waterschappen (VNHW). Dit om de onderlinge krachten te bundelen en daardoor sterker te staan tegenover 'Noorderkwartier'. Het spits werd afgebeten door Rutger Kaan, heemraad en vanaf mei 1921 dijkgraaf van de polder Wieringerwaard. Zijn initiatief werd in april door statenlid mr. Dirk Kooiman, burgemeester van Purmerend en waarnemend dijkgraaf van 'Noorderkwartier', in een breder kader geplaatst en uitgebouwd tot een samenwerkingsverband voor alle water schappen in de provincie ter behartiging van gemeenschappe lijke belangen. Hoe goed dit uitpakte merkte voorzitter Kaan aan den lijve. Doordat hij kennis kon nemen van de gegevens van andere waterschappen die al elektrische bemaling toe- 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2002 | | pagina 13