tus 1845 onder leiding van Jan Leguit. De kosten bedroegen
welgeteld 7.572 gulden en 34"2 cent."5
PLUTO IN DE SLUIS"20
Op 21 juni 1845 werd de sluis droog gelegd en op 15
augustus van dat jaar onder grote publieke belangstelling
weer geopend. Aannemer Leguit, die de leiding over het
werk was toevertrouwd, kreeg veel lof toegezwaaid. Na
inspectie van de sluis werd in de westelijke muur een
gedenksteen aangebracht met de volgende tekst:
Onder het dijkgraafschap
Van Mr. J.A. Kluppel
Den 21. Junij 1845. in uier dagen
Met schotten gesloten en droog gemaakt
Door den bouwmeester JAN LEGUIT te ZAANDAM
En voorts na het aanbrengen der ebdeuren enz
Den 15. augustus 1845. ter doorvaart in vier uren tijds geopend
Sedert 1724. ivas deze sluis niet droog geiveest.
De gedenksteen zit er nog altijd. Kort daarop schonk Leguit
het Hoogheemraadschap van de Hondsbossche drie zilve
ren penningen met een door zijn zoon ontworpen en te
Amsterdam uitgevoerde gravure. De ene zijde toonde de
afgedamde sluis met het onderschrift "drooggemaakt in 4
dagen 1845" en de andere zijde het wapen van de Honds
bossche met rondom de tekst "Pluto door Neptunus ver
borgen, is door de kunst hervonden". Hiermee werd
gedoeld op de onder water (Neptunus, de zeegod) op de
sluisbodem liggende schatten (Pluto, god van de rijkdom)
welke door techniek (kunst) waren terug gevonden. Men
koesterde namelijk nogal hooggespannen verwachtingen
over het vele muntgeld en andere kostbaarheden die in de
loop der jaren per ongeluk bij het schutten in het water
waren geraakt. Dit viel echter bitter tegen en Leguit mocht
alles houden omdat zich onder het gevondene niets van
waarde bevond. Hij kreeg verder van het Hoogheemraad
schap een zilveren tabakspot en een komfoor, allebei op
een zwarte voet. De kosten van deze geschenken bedroegen
127 gulden en 90 cent.
In juli 1865 werd het Hoogheemraadschap voor het eerst
geconfronteerd met de eisen van de stoomscheepvaart. C.
Bosman uit Alkmaar wilde een stoomdienst openen tussen
Alkmaar en Amsterdam, de bekende Alkmaar Packet. Hij ver
zocht om het recht van "...dadelijke schutting...". Een jaar later
kwam een soortgelijk verzoek binnen van C. en J. Avis uit
Westzaan, die een stoomdienst tussen Wormerveer en
Amsterdam waren begonnen.'21 Bosman en de gebroeders Avis
vroegen naderhand ook nog om een steiger aan beide zijden
van de sluis en verbreding van de buitensteiger zodat hun
schepen daar konden afmeren. Dat laatste werd in eerste
instantie afgewezen omdat die steiger geen laad- en losplaats
was, maar diende als wijkplaats voor schepen die hun schut-
beurt afwachtten en voor het opvangen van schepen die de
sluis bij storm en aanlandige wind dreigden te rammen. Men
kwam hier echter op terug omdat het gewoon niet tegen te
houden was dat passagiers op- en afstapten. In de huidige
situatie was dat niet van risico en gevaar ontbloot. De rederij
en hadden ook succes met hun verzoek om voorschutting. De
stoomschepen van Bosman en Avis waren in feite moderne
versies van de oude veerschuiten. Die hadden al sinds men
senheugenis voorschutting. Waarom zou dat ook niet gelden
voor hun moderne opvolgers? In mei 1867 werd dan ook in de
keur vastgelegd dat stoomschepen die passagiers vervoerden
voorschutting genoten.'22
Een zojuist door de Hondsbossche Sluis geschut stoomschip van de "Alkmaar
Packet" vaart de Binnenzaan op. Opname uit circa ïgoo.
De regels dat de eigenaar het recht van voorschutting maar
eenmaal per dag mocht genieten en altijd persoonlijk aan
boord moest zijn, bleken natuurlijk ook niet langer te handha
ven. De sluiswachter moest zich daarom bij het bedienen van
de sluis behelpen met een voorlopig reglement. Het bestuur
verwachtte verder dat de inkomsten uit de sluis door het
schutten van stoomschepen flink zouden groeien en vond de
pachtsom aan de lage kant. Toen pachter Maarten Swart vroeg
zijn contract met ingang van 1 mei 1870 onderhands met vijf
jaar te verlengen, werd dat dan ook geweigerd. Omdat de lijst
met nieuwe tarieven niet op tijd gereed kwam, kreeg Swart
echter alsnog verlenging op de oude voet voor de termijn van
één jaar. In 1871 gingen de hoofdingelanden akkoord met het
voorstel om het ontwerp-tarief voor de schutgelden voorlopig
maar te laten rusten omdat "...de iverken, gevorderd voor de door
graving van Holland op zijn Smalst, van belangrijken invloed..." op
de sluis zouden kunnen zijn. Hiermee doelden zij op de aan-
DROOGGEMAAKT
IV 1 DAGEN
Ifi 15
24