vervolgden onze reis door het dorp Tuhsck, 'tgeen...zindeIijkgebouivd is". Gezicht op de kerk en de
weg door Twisk. Aquarel, anoniem, naar een ets van A. de Haan, 1737.
waar zoude wij blijven O, zei de vrouw van 't huis, op een kamer ver van de vrolijk
heid. Aanstonds namen wij inspectie in loco na in overweeging genomen zijnde dat
het reeds avond was. Dat wij naar een ander logement in de stad zoekende, zomtijds
erger zouden kunnen vinden.
Dat wij daarenboven door geen klein geruchtje in onzen slaap zoude worden gestoort,
zo beslooten wij te blijven daar wij waaren en de boeren te laaten danssen zo hard zij
maar konden. Wij gingen onderwijl de vreugde aan ons logement niet minder wierd,
de stad bezichtigen, die meest al met oude en vervallen gebouwen bezet is. De werken
vanwegens de Bataafsche Marine hier aangelegt geven de stad reeds een andere
gedaante en zullen waarschijnlijk in 't vervolg de stad niet weinig verderen en een
"De werken vanwegens de Bataafsche Marine hier aangestoven de stad reeds een andere gedaante".
Plattegrond van de werken in Medemblik, 1799. In 1797 besloot de regering een grote marine-
In
werf in Medemblik aan te leggen. Aan de Westerhaven verrezen dienstgebouwen en magazijnen
en in de Oosterhaven werd door de bouw van sluizen een soort dok ingericht. De leiding over de
werken lag bij A.F. Goudriaan.
goed vertier maaken. Het dok in den jaare 1798 door karren en paarden, terwijl het
drooggemaakt was, gediept, bezichtigden wij.
De groote magazijnen die gedeeltelijk voltooyd en gedeeltelijk in den gepasseerde jaare
25