Werk ingeslooten is, zagen wij dat op onderscheide plaatsen met embrasuren74voor 't
geschut der Engelschen tot defensie was voorzien geweest, welke gaten wij nu gedicht
vonden.
Het schip "de Broederschap" lag in het Nieuwediep, met bagagie der Engelschen bij
hunnen aftocht geladen, nabij het Nieuwe Werk gezonken.75 Men was bezig hetzelve,
indien mooglijk, te ligten. De kunstklip waarmede men eenige proeven genomen had
om vaarwaters voor het inkomen van vijandelijke scheepen moeijelijk te maaken, lag in
't Nieuwediep op stroom, terwijl men bezig was om twee oude oorlogscheepen te
kalfateren.
Wij dronken voorts ons kopje thee in het huis van den boekhouder, bezichtigde de
schoone schutsluis zonder inscriptie, en wierden met eenen sloep door vier jonge
sterke manschappen tegen wind en stroom langs het Nieuwediep geroeid en bij de
stelling aan land gezet. Wij wandelden langs den Zeedijk en zagen van daar bij de
harde wind, de brandingen op de Haax, gingen voorts het witte paard van Peereboom76
monsteren en een bezoek bij onze beesten doen, waarna wij onder een goed soupé de
"De kunstklip... laij in 't Nieuwe Diep op stroom". De door H. Aeneae uitgevonden kunstklip was een
houten constructie voorzien van scherpe ijzeren punten. Hij dreef vlak onder de waterspiegel en
het was de bedoeling dat vijandelijke schepen er op kapot zouden stoten. De klip bleek te onhan
dig en te zwaar en werd in 1802 gesloopt. De Britten waren overigens goed op de hoogte van dit
nieuwe wapen. Tekening door J.P. Asmus, 1800.
genoegens van deezen dag overdachten en inzonderheyd met aandenken aan den
projecteur van 't Nieuwediep77, zijn lang leven wenschten en eindelijk welvoldaan over
deezen afgelopen dag ons ter ruste begaven.
Een voornaam gedeelte onzer reise tot dusverre zo gelukkig als voorspoedig
afgeloopen zijnde, begon den vijfden dag onzer reise, den 11 Junij. Conradje dorst het
op zijnen rosinante niet te wagen ons te verzeilen. Wij vertrokken dus met ons
gezelschap van vieren ten half negen uure van Den Helder langs het weeshuis naar de
Groote Keeten en van daar langs de Schinkeldijk naar de Zijperdijk, naar 't Zand te rug.
Voorts langs de Keijserweg7* tot aan de Ruigeweg, die wij insloegen en kwaamen zo
aan de Oude Sluis. De Zijperdijk is ten Westen [van] de Oude Sluis door een nieuw
aangelegde batterij afgezet en voorts dit acces bij de oude sluis zelve door een batterij
die tevens op den dijk van de Wieringerwaard commandeert, gedekt, waaraan men nog
bezig was. De Oude Sluis is een belangrijk punt voor de defensie, alzoo de inundatie
van de Zijp hier door kan gezet en ook afgetapt worden. De vaart die door de sluis naar
de Zuiderzee geschied, maakt het gehugt van huisen bij dezelve des te belangrijker.7'
Wij vervolgden onzen weg langs den dijk die de Zijp en de Wieringerwaard scheiden*",
waarop wij twee door de Engelsche aangelegde batterijen vonden, als één bij de Groote
Sloot als een retranchement, en één aan het einde van den dijk die daartoe in den mid-
74. Schietgaten, zie ook KrayenhofF, 1832, pp. 153-154.
75. Het ging om een ruim 30 jaar oud linieschip dat sinds
1797 als wachtschip voor het Nieuwediep fungeerde.
Na de verovering van Den Helder door de Engelsen viel
het schip in Britse handen. Zij brachten het geladen en
wel met bagage bij hun aftocht tot zinken voor de sluis
van het Nieuwe Werk. Het wrak van het wachtschip
werd naderhand met buskruit uit de weggeruimd
(Bakker, 1993, pp. 55-56; KrayenhofF, 1832, p. 155).
76. Zie voor Peereboom noot 21.
77. Hier zal Brunings zijn bedoeld.
78. Keinsmerweg.
79. Te Oudesluis legden de Engelsen tijdens de invasie
allerlei versterkingen aan. In het kader van zijn plan
nen tot verbetering van de defensie van Noord-Holland
Krayenhoffin 1800 de oude Engelse stellingen om
keren waarna het Bataafse leger ze in gebruik nam. De
sluis werd hersteld om in het geval van een tweede
invasie snel de Zijpe te kunnen inunderen (KrayenhofF,
1832, pp. 309-310; Van Hoof, 1999, pp. 107-108).
80. De Slikkerdijk.
23