"Op het dorp St. Maarten...enige ogenblikken vertoefd hebbende, vervolgde ivij den ureg langs de ...Vriesse Zeedijk". Sint Maarten met links de Westfriese Omringdijk. Pen- en penseeltekening door H. Tavenier, 1787. ons in dien tijd bezien, had ons het fatiguante van de reis doen vergeeten. Alleen Conradje (zo noemde men den ingenieur wanneer hij onder zijn groote famillie was) was op zijn rosinante zo door elkander geschud geworden dat hij uit deeze onzachte beweeging tot stilstand komende, met een papegaays sopje4' de stukken bij elkaar moest houden, welke laving waarvan sommige der gezonden zich ook meesterlijk wis ten te bedienen, van een gerusten slaap gevolgd wierd terwijl het overige gezelschap onder een goed soupé de vermoeyenissen van den dag vergat en zich voorts door een gerusten slaap verkwikte. Op den derden dag der reise, den ge Junij, vonden wij ons alle weer springlevendig bij het ontbijt. Conradje herstelde zich voorts van zijne flaauwte door een wiehtigen boter ham, enz. De regen voorspelde ons deezen dag niet veel goeds, maar zo als den voori- gen dag was het heden; naauwlijks waaren wij te paard gesteegen of het weer verbee- terde en wij vertrokken van het Zand voor welke herberg, die aangenaam tusschen "...en reeden...langs een platte weg naar Callantsoog". Gezicht op Callantsoog aan de voet van de dui nen. Aquarel, anoniem, i8' eeuw. hoog opgaande boomen gelegen is, de Alkmaarsche trekschuit aankomt.42 Wij vervolgden de Keyserweg tot aan de Zijperdijk, en reeden toen links langs de Zijperdijk, en voorts langs een platte weg naar Callantsoog. Dit dorp is wijd uiteen gebouwd in twee reijen huisen en boomen ziet men er niet. Aan de eene zijde heeft men laage weilanden, terwijl aan de andere zijde een hoog en bar duin gevonden word. De stijve koelte uit den Noordwesten deed het zand der duinen geweldig stuiven, zo dat wij beurtelings met geslooten en geopende oogen de zandduin, waarop de telegraaf geplaast is, moesten beklimmen. Onze paarden hadden wij in dien tusschen- tijd aan de zorg van De Raad aanbevoolen, alvoorens een logement voor hun gezocht en in de kamer van een door de vijandelijke troepes half afgebrooken huis gevonden te hebben.4' 15 r I' 41. Hiermee is waarschijnlijk een opkikkertje voor verfom faaide reizigers bedoeld die op de papegaai -een zit- plaatsje aan de buitenzijde van een koets- hadden gezeten. 42. De reizigers van Alkmaar naar Den Helder konden tot 't Zand per trekschuit reizen. Daar moesten zij over stappen op een wagenveer. De herberg heette "Het Wapen van Alkmaar" (Bremer, 1985, p. 115). 43. In het kleine Callantsoog lagen tijdens de invasie voortdurend honderden Britse dragonders met hun paarden. De kerk deed dienst als stal en het interieur werd inclusief de preekstoel uitgebroken door soldaten op zoek naar brandhout voor de kampvuren (Belonje, 1930).

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 2000 | | pagina 15