G.M.A. Brune, generaal en chef nan het gecombineerde Frans-Bataafse leger. Tekening door L. Bombled. H.W. Daendels, bevelhebber van de eerste Bataafse dividie. Ets door C. Josi naar Ch.H. Hodges ofE. Maaskamp. Terug naar de inval 26 augustus 1799 om elf uur in de ochtend wordt in de Wierin- gerwaard alarm geslagen door de tamboers van het tweede en derde bataljon vijfde halve brigade der Bataafse troepen. Deze gaan onmiddellijk op weg naar de Groote Keeten. Een grote vloot onder admiraal Duncan ligt vlak bij de kust voor anker... Ooggetuigenverslag 1 De legerarts Edward Walsh (1756-1832) was een van de opvarenden aan boord van de schepen die op 27 augustus 1799 voor de duinen en het strand van Callantsoog klaar lagen om die dag een Engels leger te ontschepen. Hij hield een dagboek bij, tot deze invasiemacht zich vanuit Den Helder weer had ingescheept. Een relaas van twaalf weken verschrikking, van aanvallen en van Bataafs-Franse tegenaanvallen, van helden daden, van ontberingen en ellende. Ooggetuigenverslag 2 Om vier uur die dag rijden Albert Kaan, boer in de Wieringer- waard, samen met Willem Quak, de plaatselijke heelmeester en Jacob Waaiboer te paard door de Zijpe naar Abbestee. Daar, zegt Albert in zijn dagboek dat op 7 november eindigde toen de wapenstilstand drie weken oud was, telde hij wel 170 schepen. Alle met barkassen of sloepen er achter en zeilende sloepen of roeiboten er tussen. Om zes uur rijdt het drietal weer naar huis terug. De volgende dag horen zij het schieten van kanonnen en musketten en wordt het eerste voedsel gevorderd. Dan volgt een relaas van een en al ellende: het vervoer van gewonden, van branden, vordering van vee, van openlijke roof en plundering, van gedwongen graafwerkzaamheden en dat alles door vriend en vijand. Maar wie was vriend en wie was vijand? De versterkingen, in allerijl op en in de Hondsbossche, de Dromer- en de Slaperdijk aangebracht, werden al snel onder de voet gelopen. De Bataafs-Franse troepen onder Daendels en Brune trokken zich terug en herstelden zich ten zuiden van de lijn Egmond, Alkmaar, Hoorn. De inval was een mislukking. Een gehoopte volksopstand bleef uit en het bezette gebied was te klein om er een leger te laten overwinteren. Zelfs drinkwater was er niet voldoende en zou vanuit de Eems moeten worden aangevoerd. Nee, een eervol vertrek vanuit Den Helder was voor de invasie macht de beste oplossing en stellig ook voor de bevolking. Wat een tweede invasie voor hen zou hebben betekend zal nog blij ken. Hoe heeft de Hondsbossche dit oorlogsgeweld doorstaan? Wat waren de gevolgen voor de zeewering, de dijken, de gebou wen, de medewerkers? 9

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Kring van Vrienden van de Hondsbossche | 1999 | | pagina 9